Un spectre fait de grâce et de splendeur / L’eau profonde l’emportera
voor spiegels soms dit lichaam staat (en naakt zal ik weer
het dier zijn dat in zijn geur geworteld ’s nachts de maan
behuild en mannen ach, een twijgje breekt zo teder in een klauw
en overdag in maskers maquillage zal ik ijselijk snauwen
naar de teef waar ik van hou) en rukt het vlies (ik beef en ril,
mijn buik is ziek en onderhuids staat bloed in zwarte punten
stil: hoe snel ik sterf, hoe kort mijn tijd, hoe sterk de nood)
(de zee dit leven trekt) van ogen af tot ik verschijn,
(om niets meer te zien, niets) en daar verschijn ook jij (te zijn).
Het Gedicht van de Dag komt vandaag uit ‘La Vie Sexuelle de Charles Baudelaire’ (1996 -heden).