Categorieën
lyriek

nergens kan ik heen

’s avonds valt al vroeg het licht uit. ik
praat met depanneurs die van bedrading
alles weten. geroezemoes, cafégeraas.

dronken slaat mijn vuist door een muur
van bordkarton en in het gat zoek ik
contact met moeder aarde. niets heb ik

in handen, geen dame stelt mijn grap
op prijs, geen kus verschaft mij zekerheid:
ik hang te rotten in mijn eigen naam.

op straat kom ik weer dichter bij wat telt:
de maan die mij als man verzwijgt. nergens
kan ik heen om van mijzelf verlost te zijn.

inputtekst (1992):

uit de vroege geschriften (1992-93)

de teksten uit ‘het groene boekje’ zijn mee opgenomen in Rigorisme.

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.