Categorieën
lyriek

DOEK

De ernst verstrengt het gelaat met onrust in de blik. We boeren beurs de walmen van verval. Alreeds: het groen in de vingers rot aardig, een lentestreling nijpt nijdig. Nee, jij niet, zotje, zo vuil dat je bent. Kijk, je lacht. Zodat jouw angst verschuift, je schuift er de brokken af op een ander. Hoor, […]

This website uses the awesome plugin.