Er is geen god die hier voor ons bestaat. Er zijn geen wetten die ons leiden kunnen. Er is geen vijand, geen duivel die ons haat. Er zijn geen woorden die ons redden kunnen. Er is leed dat wij met wrok verdunnen. Er is spijt, verdriet dat wij niet willen. Er is weelde die wij […]
Tag: Daphne
“O, der Wansinn der großen Stadt, da am Abend / An schwarzer Mauer verkrüppelte Bäume starren” Georg Trakl – An die Verstumten Grotesk doorschoten grauwe berg bederf, In plas & blik vergeefs een spiegel zoekt Zich het mismaakte, schuift van erf naar erf. In lekke kelen Waanzin gorgelt, vloekt Dat Zin alhier geheel is opgedoekt. […]
wonde
” Wenn es Abend wird, Verläst dich leise ein blaues Antlitz.” Trakl, Verklärung Blauw, violet met purperen vruchten De avond vouwt zich langzaam de handen & Vogelzang waart weids door de luchten. Streng de nacht bekruipt de trage wanden & Zon bloedt uit in wazige randen. De peulen der graven barsten open In het wit van […]
“Gewaltig ist das Schweigen im Stein” Trakl, Nachtlied. De zwaarte is het zwijgen van de steen Hemelsblauw dat tot het zwarte verstart: Onbewogen gaat alles van ons heen De ruimte is de leegte in ons hart. Het onverschil, het buiten maakt ons hard & Vogels dragen maskers hedennacht. Het donk’re water waar de maan in lacht […]
Wanneer ik mij richt naar het bestaande Vindt de wereld plaats in mij. Er ontstaat Gelegenheid, tijd voor wat er gaande Is. Mijn gedachte is dan wrede daad: Geboren woorden hebben immers haat Voor wat hen van het onbestaande scheidt Omdat hun zin niet naar het ware leidt. Pas wanneer jij dit ook klank & waarde Geeft, horen zij zichzelf […]
Wij zijn woud waarin wij samenkomen Wij worden handen doorheen de varens Wij strelen het zuchten door de bomen, Wij worden één & zonder grens: Wij zijn elk anders onszelf alvorens Wij in het donker tot elkander vergaan Wij blijven los van jij & ik bestaan Een adem die als nevel in ons hangt Een […]
Die tijd van ons is nu een eeuwigheid, Die dagen duren tot elk uur verstild & Jaren fluistert bol van tederheid: Millennia lang zijn wij samen wild Ik jaag jou na, jij hebt mij nooit gewild. Jij bent de zee, jij weigert mijn rivier Ik schenk jou tranen zoet nog van plezier: Jouw zucht verlucht […]
Er was gebrek aan lauwerkrans, dus werd Ik maar verliefd. Zij gaf geen zier om mij: Haar schichten was de glinstering van hert. Mijn godheid gleed af, ik werd weg in mij: Ik zag haar lijf, mijn zijn kon er niet bij. Haar haar streelt nu haar naakte schouders daar Haar handen ijlen naar haar […]
voor N. L. Terwijl ik op jou wacht, draait de aarde In de aarde, schuift de hemel in de Hemel, zien de sterren toch de waarde In van warmte bij elkaar & in de Dag komt dan jouw klaarte: jij, beminde, Die de wereld tot haar kern herleiden Kan, die jij & mij tot ons […]