A contempler si merveilleux spectacle,Tu anoblis la mienne indignité.Pour estre toy de ce Siecle miracle,Restant merveille a toute eternité,Ou la Clemence en sa benignité,Reserve a soy Chasteté PresidenteSi hault au ciel de l’honneur residente,Que tout aigu d’oeil vif n’y peult venir.O vain desir, ô folie evidente,A qui de faict espere y parvenir. Met het zicht […]
Categorie: Vertalingen – Bewerkingen
PdG- Epig. VI
Par ce dizain clerement je m’accuseDe ne sçauoir tes vertus honnorer,Fors du vouloir, qui est bien maigre excuse :Mais qui pourroit par escript decorerCe, qui de soy se peult faire adorer ?Je ne dy pas, si j’avois ton pouvoir,Qu’a m’acquicter ne feisse mon debvoir,À tout le moins du bien, que tu m’advoues.Preste moy donc ton eloquent sçavoirPour […]
Where art thou, Pestilence, that bathest in fogs & standing lakes William Blake: Tiriel 5, v.8 “Daal neder pestilentie die in misten woelt.Stijg op fatale wasem die in poelen spoelt,bindt u tot een wenteldraak die spuwt en bekten het weke voze met hete zuren dekt. Brandschat loze praal die teert in slijmenglans,vernietig in een schicht de […]
PdG- Epig. V
Puis qu’il t’à pleu de me faire congnoistre,Et par ta main, le VICE A SE MUER,Je tascheray faire en moy ce bien croistre,Qui seul en toy me pourra transmuer :C’est asçavoir, de tant m’esvertuer,Que congnoistras, que par esgal officeJe fuiray loing d’ignorance le vice,Puis que desir de me transmuer asDe noire en blanche, & par si hault […]
PdG Epig. IV
Esprit celeste, & des Dieux transforméEn corps mortel transmis en ce bas Monde,A Apollo peulx estre conforméPour la vertu, dont es la source, & l’onde.Ton eloquence avecques ta faconde,Et hault sçavoir, auquel tu es appris,Demonstre assez le bien en toy compris :Car en doulceur ta plume tant fluanteA merité d’emporter gloire, & prys,Voyant ta veine en […]

wie het wil, krijgt hooguit de helft ervan
PdG – EPIG. III
Ce grand renom de ton meslé sçavoirDemonstre bien, que tu es l’excellenceDe toute grace exquise pour avoirTous dons des Cieulx en pleine jouyssance.Peu de sçavoir, que tu fais grand nuysanceA mon esprit, qui n’à la promptitude De mercier les Cieulx pour l’habitudeDe celui là, ou les trois Graces prinsesContentes sont de telle servitudePar les vertus, qui […]
op de Tjingberg
horzels zwermen op de paardenrugbloed druipt, het dier kan niet verder.de nachtkleur blauwt de weg terug,daar omhoog: hoor de tijger brullen.nu dan is het hart van de reizigereen vlag, honderd hoog in de wind. Meng Tjiao
PdG – EPIG. I
Le hault pouvoir des Astres à permis(Quand je nasquis) d’estre heureuse & servie :Dont congnoissant celuy, qui m’est promis,Restee suis sans sentyment de vie,Fors le sentir du mal, qui me convieA regraver ma dure impressionD’amour cruelle, & doulce passion,Ou s’apparut celle divinité,Qui me cause l’imaginationA contempler si haulte qualité. De hoge stand der Sterren heeft gedoogd(Bij […]
PdG – EPIG. II
La nuict estoit pour moy si tresobscure,Que Terre, & Ciel elle m’obscurissoit,Tant, qu’à Midy de discerner figureN’avois pouvoir, qui fort me marrissoit :Mais quand je vis que l’aulbe apparoissoitEn couleurs mille & diverse, & seraine,Je me trouvay de liesse si pleine(Voyant desjà la clarté a la ronde)Que commençay louer a voix haultaineCeluy, qui feit pour moy […]
PdG – EPIG. XXI
Si le servir merite recompense,Et recompense est la fin du desir,Tousjours vouldrois servir plus, qu’on ne pense,Pour non venir au bout de mon plaisir. Als een beloning dan verdient het dienen,En door beloning het verlangen eindigt hier,Dan wil ik meer nog dan men denkt, altijd dienen,Om nooit een eind te zien aan mijn plezier.(vert. dv) […]
X Puis qu’ Amours le te consent,Par qui as empris l’emprise,Amis, dont tu m’as surprise,Mon cuer aussi s’i assent. Mon vouloir du tout descentA toy amer sanz faintise,Puis qu’ Amours le te consent. Si n’a il pas un en centDont Amours m’eust ainsi prise;Mais quant c’est par ta maistriseNe te doy estre nuisant,Puis qu’ Amours […]

wijze keizers schaden tempel en troon
de ellendelingen
vrij naar Kamiel Choi en Harmen Verbrugge, PleePoeten Aan de rand bulkt het naamloze: de melaatsenschieten er op met de vaart van het rot in beton.Zij geuren en blaken als drogende drek in de zontussen gevels die klagen en kermen weerkaatsen. Kijk, daar heb je Choi die zomaar langs komt lopen.Hij heeft in zijn tas […]
’t schrijverschap
voor (en door) kamiel choi de laptop warmt op mijn schootik open het veld: zwaai met dadenzoals wij vroeger zwaarbewapendgoden schiepen. buiten raapt een oude vrouw kartonen stapelt het geduldig op een karheur haar is grijze suikerspinzo staat zij daar. cho: ik zie een heilige, verdomd;en: die k is kanker in mijn naam!maar och, hun […]
rondeau #2
voor Christine de Pisan van al die dode dichters hier bij mijdie spreken in en door mij heen van al die groten heeft niet een een troostend woord voor mij. in hun boeken, in hun woordenbrijvond ik niets dat mij jou waardig scheenvan al die dode dichters hier bij mij. geen woord van hen klinkt […]
il me convient endurer
Christine de Pisan – 2 rondelen VI En esperant de mieulx avoir,Me fault le temps dissimuler,Combien que voye reculerToutes choses a mon vouloir. Pour tant s’il me fault vestir noirEt simplement moy affuler,En esperant de mieulx avoir, Se Fortune me fait douloirIl me convient endurer,Et selon le temps moy riulerEt en bon gré tout recevoir,En […]
ach lied, mijn liedjij helpt de smartwanneer de rampen raken,jij kan, o lied, de wond in ’t hartde droefte tot geluk vermaken ach lied mijn lied jij laaft de dorstjij blust het brandzwart blaken,jij kan, o lied, de kankerborsten ’t wee daarin doen staken. ach lied mijn liedhet zwijgend natdat rolt nu langs mijn kakenjij […]
I (1396) Com turtre suis sanz per toute seuleteEt com brebis sanz pastour esgarée;Car par la mort fus jadis separéeDe mon doulz per, qu’a toute heure regrette. Il a sept ans que le perdi, lassette,Mieulx me vaulsist estre lors enterrée!Com turtre suis sans per toute seulete. Car depuis lors en dueil et en suffreteEt en […]
grenswacht
Tartarenhoornen toeteren de noordenwindDe Distelpoort is wit, witter dan de stroom.De hemel vreet en slokt de weg naar Kokonor.Een lint van maanlicht kronkelt op de Muur. De dauw daalt neer, de vlaggen druipen.Koud brons omkranst de wachters van de nachtIn ’t nomadenharnas schuiven slangenschubbenPaarden hinniken, ’t Immergroene Graf is witgestampt. Boven de herfstige stilte fonkelen […]
2 Pizan rondelen
Rondeau 51 Amis, venez encore nuit, Je vous ay aultre fois dit l’eure.Pour en joye estre a no deduit, Amis, venez encore nuit. Car ce qui nous empesche et nuit N’y est pas, pour ce, sanz demeure Amis, venez encore nuit Vriend, kom nog bij mij vannacht, Je weet wanneer ik op je wacht. Om […]

buig de leegte om het gestolde door te laten
steek, vreugde, uw kaarsen aan. hoe eindeloze uren wil zij pijn begluren die haar hand doet slaan. in huis alleen geluid. even of er iemand was, een ritselen langs de ruiten: een mot die maanlicht ziet. niemand mag nog buiten. dekapitalisering van Ida Gerhardt’s ‘Nachtwake’: NACHTWAKE Doof, hoop, uw fakkel uit. Hoe eindeloze uren moet zij […]
“Te Mei haddic een bloemken …” Anon. , Weimarsch Handschrift (1537) in mei had ik een klokje uit alle klokjes uitverkoren ze was zo lief zo wit zo stil de zomermaanden raasden en in de herfst het loof verging het werd zo snel zo leeg zo kil de sneeuw is dik mijn lijf is stijf […]
de dageraad
en ik was onwetend als de dageraad die al gezien had hoe de oude koningin haar stad opmat met de pin van een broche, of op verweerde mannen die pedant en Babylonisch nauwgezet planeten zagen rommelen in hun baan, en sterren vervagen waar verscheen de maan, en hun sommen deden dan op kleitablet; en ik […]
’t levend schone
ik verzocht, omdat de wiek en olie op zijn en toegevroren de hartskanalen mijn misnoegd hart content te zijn om schoonheid bij een beeld te halen in brons of dat glorieus uit marmer komt, komt, maar als wij weg zijn, weg is weer en die om d’eenzaamheid niet geeft veel meer dan een verschijning. o […]
een jeugdherinnering
de momenten liepen als op band; ik had de wijsheid die de liefde baart en van huis uit ook gezond verstand. toch, wat ik ook maar zeggen kon, hoe mijn woord haar lof ook won, een noordenwind blies vol venijn plots een wolk voor Liefde’s maneschijn. vol geloof in alles wat ik zei prijsde ik […]
ziehier het wolkenrood
ziehier het wolkenrood rond de gevallen zon, majesteit is hij die sluit zijn brandend oog: van de sterke slaan de zwakken alle werken aan dra zo tuimelt ook wat hoog bleef staan zo maakt de tweedracht eenheid ongedaan zo worden alle dingen tot gemeen geheid. zo ook, vriend, wanneer jouw grootse koers uit is en […]
ik ben met dromen uitgewassen; verweerde triton van marmer in de waterplassen; de hele dag lang kijk ik er naar de schoonheid van de dame alsof ik schoonheid kon verrassen voor de reeks die ik verzamel, blij om door het oog te varen of recht in het opmerkzaam oor, verrukt om hier te zijn maar […]
mijn noodlot wacht dat weet ik daarboven ergens in de lucht ik haat de mensen niet die ik bevecht, ik geef niet om hen voor wie ik vecht mijn land dat is Kiltartan Kruis mijn landgenoten zijn de armen daar geen verlies is daar weldra mijn dood niets van hier verkleint aldaar de nood geen […]
handwerk
handjes doe ter stond uw plicht sleur de ballon van de gedachten binnen in de schuur en duw en wacht: zegt het ‘snik’ dan is het deurtje dicht. vrij naar ‘The Balloon of the Mind’ van W.B. Yeats (170) The Balloon of the Mind Hands, do what you’re bid; Bring the balloon of the mind […]
de dood
geen vrees of hoop kent het stervende dier; een mens aan ’t eind is enkel vrees, is hoop; vaak is hij gestorven al en vaak verrezen weer. een leider, trots kijkt recht in de ogen van moordenaars en lacht om het stopzetten van lijf; hij kent de dood als geen ander – gemaakt in zijn […]
byzantium
ongezuiverd wijken de beelden van bij dag; dronken imperiaalsoldaten liggen strijk; nachtweerklanken wijken, nachtzwerverslied volgt op grote kathedralengong; onder ster- of maanlicht de koepel veracht al wat de mens is wat louter complex is het razen, de dras, het menselijk ras voor mij vlot een beeld, mens of schim, schim meer dan mens, meer beeld […]
de witte maan
waanzinnig van het vele baren te stulpen hoog staat naakt de maan; door haar verglijdend wanhoopsoog een manesteek ons toegedaan wij tasten, talen tevergeefs naar vruchten van haar lijdensbaan. kinderen duizelig of dood! toen zij met maagdelijke trots voor ’t eerst de berg op trad wat ’n woelen daar te lande plots hoe elke voet […]
olie en bloed
in tomben goud en lapus lazuli scheiden de geheiligde lijven wonderbaarlijk olie af, violentocht. maar onder dikke lagen drentelklei de vampiers liggen zwaar van bloed; hun doodskleed bloederig, met lippenvocht. vrij naar Oil and Blood van W.B. Yeats In tombs of gold and lapis lazuli Bodies of holy men and women exude Miraculous oil, odour […]
ingewikkeld met elkaar verweven gleed de zon doorheen de stroom en heel mijn hart leek blij daarbij: dat domme ding dat ik daar deed nam echter al mijn aandacht mee berouw grijpt vast mijn dichterslurven; wat ben ik, hoe zou ik denken durven dat ik mijzelf gedragen kan beter dan een gewone man? welke stroomsteek […]
vrij naar “Gratitude to the Unknown Instructors” van W. B. Yeats
aarzeling V
ik blader door het zomerzonnegoud en scheur de wolkenranden uit de lucht of laat van wintermaan een langzaam licht zinken in een web van storm en schicht maar alles wat ik zo bekijk vermaakt mij tot een respectabel lijk wat werd gezegd, gedaan zo lang geleden wat ik gelaten heb, wat ik niet zei het […]
aarzeling IV
zevenenveertig pas mijn cijfer stond ik, een vader alleen, onder een wilg aan een vijver bij zonlicht dat op water scheen, licht dat uit het zicht verdween. de wilgentakken kribbelden zacht hun wiegen in de wind op mij en plots mijn lijf schoot vol en vrij van daar was ik en alle pracht lag klaar […]
aarzeling VI
’t rivierenland voor hem beneê met in zijn ruiken geur van hooi vers gedorst, de grote vorst van Choi riep en schudde af de bergensneeuw: “laat alle dingen maar vergaan”. melkwit de ezel trekt de molensteen waar Babylon of Nineve verscheen een veroveraar nam teugels vast geheid en riep tot mannen moe van strijd: “laat […]
Asemic Translation of: Au lecteur La sottise, l’erreur, le péché, la lésine, Occupent nos esprits et travaillent nos corps, Et nous alimentons nos aimables remords, Comme les mendiants nourrissent leur vermine. Nos péchés sont têtus, nos repentirs sont lâches ; Nous nous faisons payer grassement nos aveux, Et nous rentrons gaiement dans le chemin […]
Het project FMDA werd eind 2017 door de NKdeE gelanceerd met als doel de ultieme vertaling van Les Fleurs du Mal (1857) af te leveren, zodat alle letterfondsen ter wereld eindelijk ’s konden ophouden met nodeloos geld te pompen in een zoveelste vertaling van Baudelaire’s meesterwerk. Onderzoek wees immers uit dat de vertalingen mede dankzij […]
Altijd slavenmeisje, bronsborstig koninklijkje, moederbevlekte draai om de ezelsoren, aarde beschreven met oceanenpennenhalen. De inkt komt uit de mensenpot. Er klinkt een schot. De tsaar is kapot – uitroepteken! Triomftocht der komma’s, aan de gepeupel-linie. ——————————————— Hun razernij aarzelt niet, volkswoede is geen vergissing (tussen de haakjes van eeuwen). In plaats van een oorbel […]
gracieuze wraak
Per fare una leggiadra sua vendetta e punire in un dí ben mille offese, celatamente Amor l’arco riprese, come uom ch’a nocer luogo e tempo aspetta. Era la mia virtute al cor ristretta per far ivi e ne gli occhi sue difese, quando ‘l colpo mortal là giú discese, ove solea spuntarsi ogni saetta. Però […]
kairos
Ausonius Epigr. XII IN SIMULACRUM OCCASIONES ET PAENITENTIAE Cuius opus? Phidiae: qui signum Pallados, eius quique Iovem fecit; tertia palma ego sum. sum dea quae rara et paucis occasio nota. quid rotulae insistis? stare loco nequeo, quid talaria habes? volucris sum. Mercurius quae fortunare solet, trado ego, cum volui, crine tegis faciem, cognosci nolo. sed […]
1 2
Lore’s lied
“Mijn lief es leet, mijn heyl verdriet, Aldus ende wers es mi ghesciet; Ic biddu, vrauwe, ghedinct mijns yet Eer ic van rouwen sterve.” Anon., Gruuthuuze MS, 15de eeuw “De tijd is een hoer” dv, Anke Veld 13/04/2018 mijn lief is leed, mijn heil verdriet van pijn ken ik het einde niet ik bid u […]
In het sonnet ‘Cercato ò sempre solitaria vita’ is er sprake van een mooie schat: ‘ il bel tesoro mio’. De berijmde vertaling van Verstegen en zijn verklarende noten roepen meer raadsels op dan dat er verklaard wordt, dus die laten we effen in haar, euh, voor ons onbereikbare schoonheid schitteren en we onderzoeken hoe […]
over Ekphrasis in de NKdeE // gereserveerde woorden in de NKdeE programmataal staan in italic en beginnen met een hoofdletter – een verklarend Lexicon van deze woorden is in voorbereiding Je merkt er (nog) nauwelijks wat van, maar de Neue Kathedrale des erotischen Elends heeft dit Werkjaar (’16-’17) een Zijbeuk lopen rond ekphrasis. Ekphrasis is, […]
Collection lac occulte des phoques anhydres des fesses de mica le confessional plombé des vierges trempées dans des draps de lit un aigle loué pour la saison une pie nettoyeuse de pavés les lézards ensevelis dans un éclat sans borne la vermine qui abonde dans le sens du noir d’ivoire la morve fidèle au nez […]