shēng: geboren worden, baren, leven, groeien, rauw, ongekookt, student
Categorie: tetrade
suì: variant van 歲|岁[sui4], jaar, leeftijd,soortnaam voor jaren (leeftijd) jaar, kalenderjaar (van oogsten)
LAIS CLXII
Het mist zichzelf meer dan het haar bemint
wō: ik, mij, mijn
Na de noodvan ’t wilderazen speelt debehoeft’ge storm zijn binnenpret in mij. invoer: 登科后 – After Passing Exams – http://tangshi.tuxfamily.org/mengjiao/mj132.html hòu: keizerin, koningin – achter, na, achterkant, nadien, later – eigennaam Hou
lī: lijn, binnenste, binnen, intern, ook geschreven als 裏|里[li3]
Li: eigennaam Li
tīng: luisteren, horen, gehoorzamen, blik (leenwoord van Eng ’tin’), soortnaam voor drank in blik
shuō : spreken, zeggen, uitleggen, uitschelden, verwittigen, isme / theorie
kè: gast, bezoeker, klant