jiàn: zien, ontmoeten, verschijnen, interviewen
Categorie: tetrade
gāo: hoog, groot, boven het gemiddelde, luid, uw (eerbiedig)
yǒu: hebben, er is, er zijn, bestaan, zijn
shēng: geboren worden, baren, leven, groeien, rauw, ongekookt, student
shāo: weinig, minder, missen, ophouden, zelden
duō: veel, vaak, veelvuldig, meer, bovenmaats, buitenmatig, in welke mate, veel-
yī: kleding – kleden, dragen, aandoen
qì: lucht, gas, kwaad(heid), ergeren, geur, weer, vitale energie, Qi
lái : komen, arriveren, bijkomen, sinds, volgende