Dit leed, gespild uit de rand van mijn glas De streep vocht op mijn arm, verbeten traan Alles wat jij hebben wou, alles was Jij hebt mij als kermisgeld opgedaan. Niets van ons blijft hier of ergens nog bestaan. Jij hebt de lakens van het naakte afgerukt, Jij hebt de toekomst met jouw duw bedrukt […]
Categorie: LAIS
LAIS (voorheen DAPHNE/DIANA) is een reeks van 449 dizains, een hedendaagse herschikking van de Délie van Maurice Scève, een werk, verschenen in 1544, dat op haar beurt veelvuldig verwijst naar de 366 canzioniere (del vario stile) van Francesco Petrarca’s grote Liedboek. Een dizain, in de strikte vorm die Scève (en ook ik nu) hanteerde, bestaat uit tien verzen van tien lettergrepen in een vast rijmschema (ababbccdcd)
Alles is anders, verder dan mij, jij, Het gaat ons te buiten, buiten ons om Regen is mijn adem, & lucht zijn wij Ik verdrink als ik dichter bij jou kom, Mijn dag is een stip, die trein is voorbij. Ik zing wel met de hopelozen, hen Wacht mijn aarde op, het zwart dat ik […]
Het einde van dit hatelijk bestaan De stroom met onze namen, de honden, Hoe duidelijk ik ben, jij leunt mij aan Een halm van dat, ik zie jou komende Extase, jij & mij & wij zijn stromende & Dieper, binnenin, vind ik jouw zin Gefluister, jouw lange haren, daar, ik Het eindeloze wachten dat ik […]
De zon staat hoog, een lied te zinderen Stijgt de heldere hemel in, ik hoor Jouw stem, niets kan die verhinderen Tot hier te reiken, streling voor mijn oor, & Ook de geur van huid & haar dringt door. Ik vorm het zijnde tot ik bij jou ben Ik doe het and’re af als dat […]
angina temporis
Ik ben omringd door zinnen lelijkheid, Woorden grauw bouwen mij een cel van spijt Letters gruwel tonen gruwelijkheid Dorre klanken snerpen in het rijk Nijd, Schreeuwen uit de schorre keel van onze tijd. Boven deze burchten kraaien krijsen: Hoort hoe niets mij nog hieruit kan hijsen. Hun scherpe kraaien nijgt fataal naar zwart. Onder strakke […]
het bos door naar nergens
Dennenaalden, los in handen gegooid, Groene prikkels, pijn van ongrijpbaarheid: Grijpen wordt pijn, huid tot leder gelooid, Mijn dode ik, jouw onbereikbaarheid. Jouw lichaam langzaam bij mijn loomheid Sloot zich aan het ritme van naakt bestaan Het verglijden, het trekken van tijd eraan: Alles verdwijnt, vertrekt in hoge vaart, Flitst weg in het donker, & […]
knijp in mij, ik ben het waard
De aarde zwart in mijn okeren hand Jij, bloedbeslotene, ruist er omheen Jouw ogen zien mij in een vast verband, ik zie alleen de kim waar jij verdween. Ik dwaal in talen vreemd aan ons, ik leen Geborgenheid van elders, jou van ooit Jij bent een helder feit, ik krijg jou nooit Het zwarte verroest […]
who let the dogs out?
Aan ons tegaar gaan wij ten onder dan: De lucht is klaar, er heerst een helderheid. Ik zie de zon, jij weet er alles van: Er is geen ruimte meer, & nergens tijd, Jij kent het leven ook waaraan ik lijd. Ik wil alsnog een nieuwe dageraad Maar zie veelvoudig hoe jij mij verlaat, De […]
stormtijding
Ik los nu op in louter leesbaarheid Die lente zonder jou wil er niet in. Mijn armen zijn takken, de zichtbaarheid Van het dorre in het midden van mijn zin. Er is die bries, ik adem bloesem in, Maar niets geurt nog naar jou, & alles wil Het einde van mijn tijd, ruimte voor spijt […]