Een rondedans de wind daarbuiten In de bladeren doet, valt stil, & doet. Tijdsspiralen op plaveien, ruiten Die ritmisch door dat dwarrelen begroet Beduiden wat er dra nog komen moet. Ik zie geen vrede daar & ook geen bloem Maar dingen die ik liever niet benoem. Alle namen willen woorden worden & ’t Loopt al […]
Categorie: LAIS
LAIS (voorheen DAPHNE/DIANA) is een reeks van 449 dizains, een hedendaagse herschikking van de Délie van Maurice Scève, een werk, verschenen in 1544, dat op haar beurt veelvuldig verwijst naar de 366 canzioniere (del vario stile) van Francesco Petrarca’s grote Liedboek. Een dizain, in de strikte vorm die Scève (en ook ik nu) hanteerde, bestaat uit tien verzen van tien lettergrepen in een vast rijmschema (ababbccdcd)
onleesbaar
voor Rutger H. Cornets de Groot Achter pakken takken scherp als dolken Droef steekt de zon zijn zwakke stralen weg & De wind waait tot krabbels de wolken : Is het dat ik de taal in mijn ogen leg, Letters van het droeve dat ik denk & zeg? Of dat er om mij heen ’n […]
Een zin schuift van de hoge ramen af & Zomp in straten dalen woorden neer Waar dof de mensen dolen op & af, Die willen dit of dat & dan nog meer. Zij kopen heil na heil & elke keer Hangt er een nieuwe letter van de naam Te jeuken in hun vlezig vruchtlichaam. De […]
venus van haar sier geript
Ik ben terecht. Je hebt mijn naam gezegd. De zon verbleekt, de maan is weg, sterren Hebben deemoedig hun licht afgelegd & Goden vluchten weg naar het verre. Zal ik hen de monden opensperren? Er is een eenzaamheid in samen zijn, Jij hebt daarvan de schoonheid, ons geheim. Er is verlangen, kwijnend, bijna dood Dat […]
herfstschrift
Ziek rilt de wilg, & stort zijn blad’ren uit. Zijn takken wijzen naar beneden, grond Waar een oordeel wordt gevormd, iets mondt uit In leesbaarheid op rotte ondergrond: Het leven heeft zich aan de dood verwond & Trekt nu weg van wat gaat sterven ’t Schone doel dat alles wil bederven Stilstand wil, dingen die […]
miksaje rijtope
Gramente dade dooruk om sprotek Ruchtviels vaval & ian do logen brr Hapensie immen, lagende kwotek Zuzendenijkte, slochtoms der grr Rachrome butten, wakelde em krr. Augolk tie mast, oondere trentonde Julk mettertet trost no trost omonde Dade om pelenduse, neup zik neup. Klichfane fulpe grokulke deonde Dado miksaje rijtop’, klibdik, zeup.
Bars ik zie de verte ogen breken, & Licht raakkelen induiken, zwartzang Herfstroodbebladerd arm oversteken De zeeëngte van tekens die omvang Ontkennen, land als bedrog, verlangen Uitspreken als vloek & terwijl ik u Min heb ik handen van Nosferatu. Dan als mijn zwijgen uw lichaam betrekt & Ik verdwijn in uw rijkdom van nu, Klaarte breekt […]
de barst II
Men zegt (de goden fluisteren) dat door De barst het ego valt in ziel & lijf Uiteen alsof je daar jezelf verloor, De vent vernederd werd & ook het wijf: Men weet met al dat nu nog steeds geen blijf. & ’t Feit dat wij zo triest zijn naderhand Wanneer wij weer in ’t vlak […]
Er is een kloof, een krak, een scheur, een barst Die verder ijlt door alle dingen heen, Ravijn die vurig vlakten splijt & karst In rots & bergen achterlaat, geeneen Der duurzaamheden spaart, iets heel obsceen Waarvan elkeen de naam vergeten wil, Vervloekter dan de cholerabacil. Er gaat een breuk van echtheid door de tijd, Waarlangs […]