Reusachtig zelf een grote, warme vrouwkamt het met trage halen de haren die als een gordijn links, rechts langs de vouwook zijn naakte borstkas doen bedarennu het zich al dromend wil verklaren. “Zo laat ik hier”, zegt het “dit klieven toemijn innerlijk te tonen, het ene moe,dat ik haar te midden al het woelendromend zeg […]
Categorie: LAÏS 0
LAIS XV
XV Honderden handen hangen te drogendeskundig ontvleesd en ontbot, de huidweer opgezet, de vingers gebogentot wijzen en grijpen dat niets beduidt,loze gebaren als van iets toch besluit. Lomp hun lijven strompelen eronder,mompelend ze stompen elkaar zonder doel, enkel daartoe gedreven door nijd. En ook het voelt zich heel erg bijzonder,heeft in de droom voor de ander […]
LAIS XIV
Van dat zij het in haar ontbreken sloot,werd het viraal door dat gemis verteerd:het drijven van een lek geslagen boot,‘t klokkende gulpen uit vaten van teer,verlangen naar verlangen zonder meer. ‘t Lichaam werd een kluwen van tentakels,de gedachten vlagen stroom door kabels,‘t gemoed van mank geheugen rotte vrucht:een aggregaat van kettingloze schakels,gelogen naam, omstandigheid in […]
LAIS XIII
XIII De mond houdt in het innerlijk razen,stormtij in het nachtperk, schichtdoorschoten zwarten de ogen zijn van angst de spiegelglazenwant vlamt daar niet de gruwel in het hartdat tot een koude steen al is verhard? Een nieuwe macht versleutelt het: de wilom enkel haar nog te behagen. Kilomdat de omgangsvorm om kilte vraagten stil omdat […]
LAIS XII
De dagen duwt het uit als sigaret,walgend van zichzelf en ’t korte genot,vertier met van de ondeugd prijs en wet. Het leven is met lijden vast op slot,verplicht te sterven met van dood verbod. D’ eeuwigheid is ’n hel als het gaat duren:afwezigheid van schoonheid in de urenrekt het leven zonder haar. Grauw is ‘t zijn,de […]
LAIS XI
XI LAIS is wat het is: van haar gemis.Het leeft alsof, haar naam is sarcofaag,het ligt te rotten daar: een iets dat iseen mankement van lijf in laag op laagvan taal met van uw lezen steeds de plaag. Het zegt LAIS en hoopt op licht dat is:verlossing, uitweg uit de duisternis;maar elke keer wordt het weer […]
LAIS X
[embleem: LAIS IS WEG IN LAIS] Verbaasd leest het zijn lettergrijpen nain de verzen die het schreef voor haar, zo mooi vannacht. Geen ene paginaheeft van zijn werk nog meer dan dit gebaar:LAIS LAIS LAIS LAIS staat daar. Het zingen ging nochtans de hele nachtin duizend kronkels om en rond haar pracht,en in zijn zinnen had […]
LAIS IX
Waan is de liefde, illusie die sterft, regen vertaald tot het vallen van water: al is verval, de aarde bezit dat bederft. Men derft haar hier, het leven verlaat erhaar weelde die wil woeden tot later. Dreiging doemt op, armada’s aan kusten,men bidt om geweld, dwingt te berusten. Kinderen zingen, reikhalzende halmen,geofferd aan nijd, voer […]
LAIS VIII
Het hekelt nu het lezen dat in hem wil haar als mens of als een ding begrijpen. Wat zij betekent immers staat nooit stil,land en water, chaos, niet te grijpen zij weet, het spreekt, zij zijn begrijpen. “Wij zijn niet hier”, zegt het, “zij is geen deel van mij en wie ons wil, wil ons […]