Is zij het daar die Het ziet, haar blankevuur van huid verhoogd met manestralen? Zijn het in die wilde baren daar haar rankehals, haar ogen die het licht doen dralenvoor het in de nacht verdwijnt? Bepalende grond en ‘t kleed de tekening van ‘t lijf? Is haar te zoeken deel van haar verblijf? Maakt haar te zien […]
Categorie: LAÏS 0
LAIS XXIV
LAIS waarvan Het het gemis bezit,en duizenden varianten duisternis:’t perverse schrijn waar niets het niets aanbid,verloop van tijd, vrij van gebeurtenis,paleis waarin de ruimte leegte is. Het is die leegte die zichzelf herkent,herhaalde spiegel van het mankement. ’t Gedaver dreunt hier vers na vers voorbij:een rotten van absentie dat nooit went.Kom, lezer, doe er nog […]
LAIS XXIII
XXIII Het was. Zeven dagen, zeven nachtenzwierf het door de woestenij en zocht Hetzich een lijf om, haar lijfeigen, te wachtentot ook dat weer stierf: wat vergezocht Hetviel als zand op zand, tot stof vervlocht Het,dacht doem. Denkt. Is. Maar zo in zich gekeerddat niemand nog begrijpt wat Het beweert.Het schrijven was geheim waarmee Het […]
LAIS XXII
‘t Is een hijghoofd, huig met vlees en bloed omwonden, verlangend dier dat regels braaktom droom van daad te scheiden, kwaad van goedmaar met zijn oordeel enkel tijd vermaaktstervend en strevend ‘t leven zelf verzaakt. Zijn leven is wat er niet is: LAISwaarbij Het was, is daarvan beeltenis,van zijn geloof idool, herinneringwaarin het zin zoekt en […]
LAIS XXI
Zich hiervan bewust met nijd in de kopdoemt de schim vaak op, weerspiegeld op straatin ramen, of in een plas wolkt Het opdreigend en vuil, vol onrust en haat,afwezig bewegend, zijn dat bestaat. De dagen zijn vreemd sinds Het in LAIShet ware ontblootte, ’t lijk dat Het is:een vormloos verderf dat haakt naar zichzelfin slijmen […]
LAIS XX
Koopstof zuigt aan de zolen. Nat en zwaarop hun halzen de hoofden wiegen. Strokenakkers met gif perkt hen ter stede waargeldhonger giert: de zielen zijn spokende breinen verdoofd, de geesten gebroken. De pit van hun ego is klein en holmaar buitenom oogt het groots, zwaar en bol,gewichtig gebarend ‘n heftig sujet. Talloos zo zijn ze […]
LAIS XIX
Het lost nu op in louter leesbaarheid,zijn leven is schrift, haar naam is zijn zinmaar de zin is fictie, obsceniteit,haar code drukt taal uit de bot inbloeiende bloemen met lillend daarinreikhalzende liefde zwart van de nijd:zelfs zijn adem stinkt naar geil en naar spijt. Er is een hele zware storm op til.’t Lot becijfert, verplettert de […]
LAIS XVIII
Wat weg is, heeft zich ooit een weg gebaand:compleet verrees uit stoffelijk gebeurengeen leven eerst maar degradatie, staandverderf, zure schimmel, zwavelgeurenmisselijkmakend in natte scheuren. Weelde wemelt, wil zichzelf vertellen‘t gewoeker ontaardt, ‘t verval blaast bellen:verdeling drijft ‘t gelede leven aan,‘t raadsel mens ontstaat als iets met cellen.Maar in LAIS blijft het als het bestaan.
LAIS XVII
Door ‘t vage heen waarin haar klaarheid waszoals de maan ook toen aan het verscheen:vergleden schijn op de spiegel van een plas, het gladde vlak van woorden om het heenhaar witte schip dat in de zon verdween. Zinloos bleek het zoeken naar het echte,‘t ware met het schone te bevechten: wat er gebeurd was, is, […]