Geef ons dan ’t wereldeinde maar, wantdat einde kwelt uw wereld in uw hand.Het doel van zee is waar ons zeilen strandt,en dat van rede waanzin, liefdesbrand.Dat dansen wij, dat tetragram houdt stand.Wij kregen niets van ’t eindeloze:ons is de dood, en schoon is het broze.Dus schrap maar onze namen uit uw nijd,Klootzak, wij hebben […]
Categorie: LAÏS 0
LAIS XXXIV
Er is geen plaats en geen omgeving nu,een hand heeft haar bestemming aangeraakt,geen overweging, beweging continu,liplezende lippen, en tijd die kraakt:‘pijn is een bliksem die in d’ hem’len haakt’. In de lust wordt een glinsteren onstoken,vonken van de sterren afgebroken,en al het zwart wil in zichzelf vergaan. ‘Zij is vergeefs in zijn bestaan ontloken:hij ziet de honing wel […]
LAIS XXXIII
Er is geen tijd: er is slechts bruisen hier,een schicht verdurende verbondenheid,opgelost in licht. Handen in ’t pleziergezet kneden de klompen zaligheidtot lijfsgebaren van de innigheid.Haar straal is innerlijke schitteringdie het duister lost, vertederingvan harde weigering die welig dektde aarde met haar overwoekering:de hemel wordt er klaar in uitgestrekt. inputtekst (2011)
LAIS XXXII
Er is geen plaats, er is geen tijd, er isbewegen in en om en naast elkaar.Trilling, kering, weerstand, hysteresis:bewegen gaat vooraf aan hier of daaren wegen worden pas bewegend klaar. Trajecten kruisen wel maar nooit net nuen nu vergaat ook steeds van hier naar u.Geen ene lijn gaat ooit van A naar Bniets is ooit nog wat het is, […]
LAIS XXXI
Het feit alleen dat zo de wereld ziet,zijn dode god is lomp, zwaar geboddat zompig zinkt, vastheid biedt het niet.‘t Bestierend woord bederft van wil totslijm en sliert, klonters existentierot. Dit schrijven nu dat het doorboortdeelt het iets uit dat het niet toebehoort,verschrijft zijn liefde tot geschiedenis.Uw lezen maakt het dan gekozen poortvan niets daarvan tot […]
LAIS XXX
De stank van god is niet te harden nuzijn rottend lijf geheel de aarde dekt.Wie van hem spreekt, spreekt stil en ambigualsof men nog zijn dood in twijfel trektterwijl het rot zich zichtbaar toch voltrekt.Soms gaan er ook stemmen op dat zijn Zijn toch niet zo zinloos kan gestorven zijn.Misschien is Geest nu Vader van […]
LAIS XXIX
Zwart glanst in azuur op wit verdwijnenwat van begin tot eind in eigen gitgeborgen blijft: spel van klare lijnendat betekent wat het zelf beschrijft: ditis wit gelezen zwart dat in haar zit. Gracieus wordt zij godin van schoonheiddie gaat leven als Het geloof belijdtgewoon door het bewegen te bekijkendat elk moment zijn ziel met haar verblijdt:als […]
LAIS XXVII
Alleen een hond kan schrijven dat ‘het schrijft’en zich verbeelden dat het een schrijven is,maar zelfs een vlugge schets daarvan verschrijftzichzelf tot wie de echte schrijver is:in wiens verbeelding nog schrijft ‘Het’ LAIS?Ben ik het niet die zich genomen weeten Het bedrogen drager van mijn leed?Blijft zij dan niet voor eeuwig buiten schotterwijl ik Het […]
LAIS XXVI
Een speld van git bij parels kornalijn,granaat en amber, en donker diep klaartheur hals uit met van geuren een gordijnen krult een lok die wit gefonkel gaarten Het dat als een god op aard bedaardhaar zich voor zich ontdoen ziet van heur praalen uit de zijden stappen haar verhaal:de ster die in zijn woorden branden […]