In ’t spiegelbeeld ziet het zijn ondergang:verlangen als beweging naar de dood.De stilte sneeuwt een wonderlijke zang,bedekt het gebrek en verlicht de nood.Mist beparelt leegte, hoop zinkt als looden handen kneden rust in de handen.De aarde houdt zich schuil onder landen,de zeeën ruisen als een vallend kleed.Gehavend spoelt het aan op de stranden,’t licht zinkt […]
Categorie: LAÏS 0
LAIS LXXXIV
Hier zie je nu, lezer, ’t genoemde zelf:een soort platvis, het vint op het droge. Sterft het van dorst? Dorst het naar zichzelf?Zoals wij kreunden, zo ligt het verbogen.Zoals het liegt, hebben wij gelogen:nietsontziend, helemaal wij, u en ik,elkaar ontkennend tot de laatste snik.Ontzetting brengt het deze sparteldooden smeekt het om gena: u geeft geen […]
LAIS LXXXIII
Ijswind op de lippen, kusmonden aaiende stilte, wildgroei van ontstentenisin een decor van licht dat wil laaien. Ogen verdwalen in de gelijkenis,armen benen zwart uit hun duisternis. Nimfenbloed ruist diep in de geluiden“aan de dood zal ’t zich in leven stuiten”. In spanning elk bewegen wordt een streep,klanken komen los van ’t lijf als huiden,rauwe lust krijgt het […]
LAIS LXXXII
Het inzicht flitst, de schichten verblindenen met haat zijn de boorden afgezeten met verachting wil men verbindende kennis met het strakke van de wet,ruimte met de tijd die stil is gezet,vaste dingen die in ’t duister zweven,échte wezens die het niets beleven. Alles is daar af en om het even,want het leven is er zo gegevendat […]
LAIS LXXXI
Al de stemmen met hun melodieënbrengen huiverend tot klare klankhet gestrenge van de litanieën:schrap geluk, geef uw sterven zonder dank,negeer vertwijfeling en proef de stank,kots uw ziel uit in het hopeloze,voel de koude ketting van het boze,verdoe uw spijt tot snik in het gelid:ook u bent een offer, uitverkoren,u wordt weldra tot louter licht verhit. […]
Uit ravijnen klinken haar gezangenuit de diepte breekt de ruimte openschichtig licht houdt haar gelaat gevangen,maar het wonder komt er uit gekropen.En zo bloeit het onverhoopte open:de tijd keert in haar ogen toekomst omzij maakt het tot verleden optelsomen ’t wordt alleenzaam in een heidens lijf.De gratie wist de treurnis als een gomwant het verdwijnt […]
LAIS LXXX
Het woont in Onterecht, en Nergens gaathet ’s zondags heen: die ene dag van lichtnummert de weken duisternis, is maat,gradatie van ’t voortschrijdende inzichtdat het ontbonden wordt, dat, zonder zichtop toekomst, bij ontstentenis van hoopter dood vernauwt de nare levensloop. Maar als op maandag weer haar beeltenisde schermen schroeit, dan wordt weer wanhoop hoop,Niets het Al […]
LAIS LXXIX
De avond valt, er is verbijstering.Scherven met lijfelijke resten, klaardaglicht dat bloedt van herinnering.Zotte maan, ruik haar zweet, heur rosse haar.Haar droge ja (u heeft toch geen bezwaar?).Het niets helpt het goed. Het kan het goed doen:een vet verhaal dat eindigt zonder zoen,vrouwentongen om te likkebaarden,passie onder roeiers van het galjoen,zijden kousen die het openbaren. […]
LAIS LXXVIII
“It all goes up in files, flies, files…’ NKdeE 2006 Heel de wereld loopt in taal verloren,al het leven wemelt dan en zoektvergeefs haar plaats, ’t wil zichzelf bekoren,maar de tijd heeft het ter dood geboekten ook dat boekwerk wordt straks opgedoekt. Alles van waarde wordt brol. Stroom. Stof. Geeftzich prijs, verwordt tot een het dat […]