Haar adem is zijn lucht, haar stem zijn al
Categorieën
LAIS CLXXV

Haar adem is zijn lucht, haar stem zijn al
Motten die elkander openwrijven
Ontsloten werd hen het schemerduister
Op het oude pad van de afwezigheid
Die liederen herinneren het eraan
Nu in duizend ongedane daden
Op het einde van haar stralen, waar tijd
Asgrauw de bladeren, de bloemenhun rot op aarde braken en takkente kandelaren staan op de doemente wachten, de lijken, het inhakkenvan woord in vlees. Nijdig zij tandakken.Gelaatloos de ware staat op het groeienhaar klemmen te plaatsen en haar boeienstrak rond tere enkels en de strot te slaan.De vloek ruist in ’t schrikbarende loeienvan rouw om […]
Golflagen licht gestaag hun koplampen