Haar adem is zijn lucht, haar stem zijn al
Categorie: LAÏS 0
LAIS CLXXIV
Motten die elkander openwrijven
LAIS CLXXIII
Ontsloten werd hen het schemerduister
LAIS CLXXII
Op het oude pad van de afwezigheid
LAIS CLXXI
Die liederen herinneren het eraan
LAIS CLXX
Nu in duizend ongedane daden
LAIS CLXIX
Op het einde van haar stralen, waar tijd
LAIS CLXVIII
Asgrauw de bladeren, de bloemenhun rot op aarde braken en takkente kandelaren staan op de doemente wachten, de lijken, het inhakkenvan woord in vlees. Nijdig zij tandakken.Gelaatloos de ware staat op het groeienhaar klemmen te plaatsen en haar boeienstrak rond tere enkels en de strot te slaan.De vloek ruist in ’t schrikbarende loeienvan rouw om […]
LAIS CLXVII
Golflagen licht gestaag hun koplampen