KRONING de kiemen komen uit het droge land gekropen, de glazige korst barst op de kerfnaden open, danig waait het in op de mensen en de mensen verhalen loefwaarts het verhaalde. op hun donkere kilte kregelig het kutkind Aristaios schoffelt het overtollige licht naar beneden – enkel de toplaag mijn jongen, steek niet te diep […]
Categorie: woordenpers
diepkeels
Dezelfde bergen bergen de droom: aaneen te zijn, hartstochtelijk. Peenemunde, rocket shafts, uniformen wriemelen rond de gloeiende kluster van kleur. Aber euch, in het zog: Â niet memorabel. Jonge slurfen die bloedeloos hun wasdom in een klemnet arceren. De streep door het berekende. Het zeer in de stem, barokstrijkers op verse sneeuw, engelen met een […]
de lier
De lier Je wacht en drinkt. Je morst een spat wijn op het tafelblad. Je wrijft, maar je wrijft een wereld open. Straks zien ze het nog, zien ze je liggen in je bad, hoe je de toekomst in zeepranden afhoudt. Je tong likt slim de schijn van je lippen. Je haat en spuugt mij […]
Oetoen plukt de bloem Het Oog ziet neer en meer. Het Hart is blind en weet zich door het ziende onbemind. Oetoen plukt de bloem. Huilen kan ze niet maar voel het droeve dreunen, zie in het witte kronkelen van honderden larven de diepe vaste kronkel waarop zij valt, waarop zij viel, waarop zij vallen […]
Onrust De aarde blaast kattig, het water wil aftochten. Vuur verklaart stormachtig het sterven aan het blauwzwarte uiteinde van windstoten. Bloedrood de wolken trekken zich in afschuw van het ondermaanse af. De hemelbesmeurde schuift nerveus met haar dreigende limousines op de straat onderaan. Het duister donkert nog, het woelen wakkert verder het woelen aan. […]
genesis (erratum)
De Wereldslang De Wereldslang tierelierde in Den Gouden Hof. Het was daar warm en voor de slang heel tof. De slang mocht vele slangenlijfjes dragen die in het gras te zingen en te blinken lagen. Toen kwam Adam en die nam de slang te pas en trok hem aan als stoere toverstaf. Dat was – […]
goede voornemens
Ik zal het lege gele bootje zijn dat dobbert dobbert dobbert dobbert in het grote meer. De dode oevers zal ik droevig laten. De weidse verte weids en ver en ook de grashalmen kunnen wel, ja, die halmen kunnen wel. Ik zal het gele lege bootje zijn dat dobbert dobbert dobbert dobbert in het […]
BREUGELS
BREUGELS hoor je door het kromtakken van denk ik vergilius de trage nijd zoals enkel bomen kunnen boomdulden onder de bomen in het bos? voel je hoe de treurnis haar bekraterde gestalte aankrabt? kan je de g*dsnaam al kontploffen? vraag je wel tijdig om een smeltbakje nu je hart gesmolten is? de dichter, beste […]
vroeg, vergde
> Het Pad van de Wenende Nacht, een theatrale supersaga naar het Zangezi-recept van V. Chlebnikov VLAK 11 – sterfscene 451/3 – izeganz bekent zich marsyaans aan de muze […] al het grove hebben we al: wat hen uitstraalt bedekt mij wat hen opjaagt & jent het stroopt mij in en bedruipt mij de walg […]