Het krast het uit. Het is erg aangedaan.Het knipt de draden door, er komt niets vrij.Verbanden zonder reden van bestaan?Zij leeft het uit en het kan daar niet bij.Het is er niet, er slaapt dood aan zijn zij.Was het niet meer dan van het lot een gril? Er was niet eens Parijs, laat staan april.Het legt […]
Categorie: gedicht van de dag
LAIS CCLVI
Uw wereld is de wereld niet. Het heeftzichzelf in deze verzen omgezeten kwam zo vrij van ’t web dat het omgeeften het tot prooi verlaagt. Rol uit uw wet,het biedt daartegen nauwelijks verzet.’t Zal knagen in het lijf, oud spijt dat blijftomdat uw haat erin werd ingelijfd.Kabaal? De taal staat van uw misbaar krom,het is […]
LAIS CCLV
Haar ogen zee die in zijn ogen strandt,haar lippen wijn die om zijn lippen spoelt,haar oren krullen krullend in zijn hand,heur haren goud waarin het zonlicht joelten al dat stralen was voor het bedoeld.Zij was een maan, het liet haar schijnend staantot al het licht van haar was heengegaan.Het gunt u zicht, laat u lezen […]
LAIS CCLIV
Het was een eind gegaan doorheen het veld. Het zag haast klaar de weidse overkant, maar iets weerhield het teder van geweld, de wens, misschien, dat alles werd tot zand, dat niemand nog verheffen kon de hand.De regels had de liefde zelf verstrengd tot vrome vorm, en lidwoord werd de vent. Het zou haar […]
LAIS CCLIII
Het hangt met honderd draden aan haar vast,haar lach, haar lijf, het stralen van heur haar.De volle maan spant aan daarvan de lastder tegenstrijdigheid, hoe het niet daarkan zijn, hoe het er is in elk gebaar.Het vult zich sprekend vol zinledigheidelk woord verhoogt alleen gebrekkigheid,falen dat het haar heeft aangedaan.Alleen de leegte brengt volledigheid:het kan […]
LAIS CCLII
Doorheen de ogen der omwonendenmet dol de dreun erin der maatschappij,LAIS wordt wet, zichzelf verschonenden,in ieders denken bijgezet en blijen dwars door nijd en los van spijt, wordt zijgans vrij gegeven, zo straal en blakendrein haar naam, haar faam een wereldbaken.En in dit rijmgraf ligt wat levend was:plooitjes en wat haren in het laken,lied dat ooit […]
LAIS CCL
In de storm waarvan het oog is, stillekern van het gebeuren, een vlakke handop het hout van de tafel, een killediepte in de blik op het rotte landdat snakt naar wat er in de mens verzandt,in het branden dat het stookt in haar lijf,in het gemis waarin het staande blijft,in de daad die aan elk […]
LAIS CCXLVIII
Zij raakte het aan daar waar het niet is, zij maakt het echte er in klaar en waar. Haar wereld wemelt daar waar niets nog is, en ’t is verloren met of zonder haar: haar gebeuren is een schitterend gevaar. Het was het duister zo intens gewend, het kon er preken als verlichte vent, in […]
LAIS CCXLVI
Hoe ellendig niet is zijn mirakel?