In de stilte van de eeuwigheidbloeien rozen rond de ziel.In de stilstand van de eeuwigheidis het vrij en immobiel. In het licht van het verledenvalt de schaduw op het heden.In het licht van het verledenis het smart die wordt beleden. In de hoop van het toekomendestuikt alles in tot nu of nooit.In de hoop van […]
Categorie: gedicht van de dag
LAIS CCLXXXI
Kamer, leeg salon. Twee zetels staan er.Aan de haak: zijn harnas, haar nachtjapon.De keuze die zij waren vergaat er.Non Si Non La: het motto was een bron.Het schilderijtje is een liaison,hechter dan zij waren, vals voor elkaar.Het ziet zichzelf, herhaalt een oud gebaar.De haard smeult nog, dat is maar beter zo:je mag de hoop niet […]
CCLXXX
Het is als ruimte buiten elk bereik.Het is een vallen vallend zwart in zwart.Het was gebaar, het smelt als sneeuw tot slijk.Het is een woord dat niets tot lid verhardt.Het wordt gezegd, gedicht: een het is hard.Het wordt gebruikt als stoplap van bestaan.Het regent, het gaat, het wordt niet gedaan.Het zocht begin dat nooit begonnen […]
LAIS CCLXXIX
Het wil schoonheid schoonheid laten rakenwimpers zien langs lippen glijden, het oogstormstil, het lichaam zee, de ziel een baken:beweging wil bereiken dit betoog.Zij is moment waarin het nu bewoog,straal waarin het licht zichzelf betekent,stroom die zich in de stroom vanzelf herkent,parel in het wak van het verlangen,geheim dat met een zucht haar naam bekent.Uit de […]
LAIS CCLXXVII
Badplaatspromenade, noorderwind. Schrilals de meeuwen krijst haar stem. Nijd brandthaar zuur in de slokdarm. Het slikt haar wildie met naaldhakken klakt. Het nijpt op zanddat stuift uit de hand. De tijd is een wandmet tongen aan de andere kant. Nietsgaat nog open, dit licht is van kant. Ietsheeft de schoonheid als van papier verbrand.Het wil […]
LAIS CCLXXV
Als de dag sterft, in de klem van de nacht, zal het als een ster verschijnen, minnaar van haar al. Rood kleurt het haar wangen, zacht. Het licht is jurk, glijdende zijde daar waar haar oker zich onthult: huid, gebaar van haar, één glimp ervan geeft het bescheid.Het laat zich door haar leden leiden, scheidt […]
LAIS CCLXXIV
Er is geen god die slechts voor ons bestaat.Er zijn geen wetten die ons leiden kunnen.Er is geen vijand, geen duivel die ons haat.Er zijn geen woorden die ons redden kunnen.Er is leed dat wij met wrok verdunnen.Er is nijd die nijpt in onze billen.Er is weelde die wij blind verspillen.Er is ook schoonheid in […]
LAIS CCLXXIII
LAIS CCLXXIII – De steen der wijzen is een dode klomp.
LAIS CCLXIX
November. Verlangen werd gehunker. Zwart zijn de wieken van het gedane. De schriele gestalte in de bunker vermaakt zich met wentelen in wanen. Het is verdriet, maar dan zonder tranen, bedrog als gevolg van de belofte, doos voor het andermaal verkochte, liefde verstrikt in het haten van toen, lust met de wansmaak van het bezochte. […]