het ene verleden wijst het andere af dat nochtans eender is en afgelopen. de plaatsen verplaatsen de plaatsen eigenhandig, de straat bulkt straat uit het venster, de vogels vogels en de zon achter de wolken, ook de zon begeert haar schijnen fel. zo doen de dingen allemaal wat dingen doen in en uit elkaar. […]
Categorie: gedicht van de dag
binnenin
Binnenin bestaat de zanger: bij de stalen kevers, bij het gruis bij de vetten. Monden spuwen bloed in de bezongen monden. In de bloedmonden duiken de zingende monden, de lallende monden de malende monden, de huilende monden de happende monden en de sprekende monden. Aan de walmen tandbederf en mondrot ontsteekt de stem van de […]
l’ homme URInoir
[lyrische reisimpressie Barcelona 2008] Barcelona 2008 : kurkdroog en door en door bezeken. Je wou de blauwe stad omarmen zoals Pablo ze achterliet, blauw met de tranen hard en droog in de blauwe ogen, maar de zeik barst uit de poreuze gevels en druipt over je handen, je armen, het spettert met spullen van […]
“Als de beweging van deze hernieuwde toeëigening inderdaad onbedwingbaar lijkt, dan is haar uiteindelijke mislukking er niet minder noodzakelijk om.” Jaques Derrida, Hoe niet te spreken. Vert. Rico Sneller, Kampen, 1997. I Zelfdruk van een werelddeel: ik had een vinger in de inkt, legde hem eruit, rolde met een vinger die andere vinger, druipende, […]
LA Met de lijn van een roos gevorkt in uw schoot, een punt waardoor in het lege vlak de leegte aanvangt en weldra er liefde wolkt en haat, waarmee gij ruimte splijt en rekt de tijd zodat een hand ons de hand aanreikt, waarmee wij onze vingers ertoe kunnen bewegen ons de ogen en […]
Zomersolden
Met al wat kriebels in de blouse, met het wriemelen van geurige geilvingers in de lederen sleuven van de portefeuilles gebundeld lees de glans alhier van de uitpuilende kopersogen. Sprekend zeggen zij als monden: geef ons heden nog een briesje kabbeltaal op het gezapige walmkanaal en in het lege onderaan de leegte glazig en volledig […]
opent
Opent Het antwoord daar. De wereld is. Opent. Brak. Haar lippen trillen met het misprijzen donkerrood erin. Onze rijkdom is de haat een band die je niet zomaar achterlaat. En onbegrip. Haleine, uw adem is perslucht, elk woord een nieuw monstertje dat opduikt in de centimeters opening. Ik heb minder. Veel minder. Hoe […]
het oneinde
het oneinde komt de lippen bibberen het speeksel belt de warmte stort vuile heetwaterklank op vingerdikke oliejekkers er wordt stroomafwaarts afgetakt meedogenloos het groen gulpt uit de twijgenzee galathea lonkt en slokt volmondig dragon oppert iemand om de avond te merken samen zijn we samen samen zijn we sterk onze armen verarmen, onze rijken reiken […]
NOT
vogels vliegen niet zoals de mensen vallen: mensen vallen dood.
moeder ben ik en kind met het steenvocht hartsvliedend weg van bonken en beuken waar de grote verguizer ik rechtopstaande ik bloedende gaten betast van de verlossing o moeder o sterren van uw ogen o schittering wit waar wij u vinden zouden en waar wij ons u geven konden ware het niet dat wat wij […]
“there’s nothing, really nothing to turn off” Bob Dylan – Visions of Johanna Het licht duikt in de tunnel. De mot zit in de schepping, haar vleugels duwen teer de wanden aan en om. Izeganz staat. Izeganz staat waar hij altijd staat en laat zich door een boom het zachte gelaat aftasten. Wind voert feilloos […]
V jij gooide mij jouw lijf met liefde en al in de wielen jij mij dwarsbomende kletsnat bezwete veelarmige aal er is geen uit meer aan dit in van ons wij zijn wij vast vergroeid tot elkaar gedoemde neukzielen elke vlucht herhaalt slechts de zucht tijd is telraam, kleuterprut, kapstok, lijmstok steekstok in draf van […]
jij: open op de vouw in jouw waarheid ik: een dwarslijn op sssst. dadam dadam dadam dadam dat is de dam de speeltreinkop woOôuuu uUUUUUT! koude wind / rechthoek van wit / het pellicule-eindje klettert los op de spoel / schaduw van een klant die opstaat, de zaal verlaat / lege zaal / zwart […]
III plof ploft een dikke druppel ons in het stof zie mij retourneren heur glanshaar zie mij defeceren de sintels tegoed jij straalt in mijn oog, daalt in strepen jij verdraait het maagslijm neerwaarts naar de dwingende darmdwang astraal kanaal je sterrenbek opengesperd met druipende kwijlnevelvingers prijs ons want wij wij hebben de gave gevonden, […]
II Je zit op een terras de zingende randen van de maan te bevingeren en zij ze komt en ze gooit al je cellen open, de alka-zelster streept met haar suikerbuik haar sierschouder haar hees brekende zucht haar met kinderverdriet ingezeept stemmetje jouw verbitterde lichaam uit in bloedlijnen dof klonterstof. Druppel ik druppel je. Hond […]

“In den tiden dat die rosentounen manech scone blat” Heinric van Veldeke zoek maar peren gij aan beukebomenzoek maar in de afslagbak uw schone voddenzoek maar lijven om te strijken in uw mandpak maar gij, eender waar uw holle darm naar snakt. het kotst zichzelf wel uit een venstergoothet brandt wel op in ademnoodhet rijdt […]
gij
Kom. Kom hier gij. Zit. Hier ben ik, een hemd. Trek mij aan. Uit. Voel je het? Nee? [slaat] En nu? Hè? [slaat] Nog niet? Hè? Hè? Het is heet, pokkeheet is het en ge ziet een zwembad, het dampt in de hitte en het lonkt met de koelte van koel water maar op het […]
feestzorgen

Het kleed scheurt. De melk is koud.Er staat een olifant in de veranda.Er is op tijd niets hier en niemand daar. Jij zet jouw hoofd nog eens met mij en alerin als koopje in de krant. Jouw muizenissenmaken wegen Romeloos en misselijk van kant.
kelder
In de kelder zijn er de gevaren: hier ligt een roestende nagel, daar de dode hertog in zijn graf. Wij duiden alles aan, maar niemand wil nog de kaarten lezen. Natte wensen druipen donker van de muren af.
scène: twee van de drie zonnen zijn reeds zwart gezonken, gespietst door een speer van de nijdige otterkinders de derde laat zich met de maan een traan spiegelen, een ijle echo van het rouwlicht om haar dode zusters vandaag bespreken we het uitstallen van de waren. neem waar bijvoorbeeld: dogmatiek van verzilverende waaihaar potjesgrond voor […]
de glaslink
Booischot 1969. De zon hangt in de haag, zijn speeksel druipt en glinstert. Het witte linnen kraakt strak rond mijn stekkenbenen. Ik maak ik. Vóór de mensen was er enkel lucht, blauwe lucht met meikevers overal. Een fossiel is het woord solfer, zo zonder lucifers, de geur is weg uit de ruitjes van Union […]
hadith van de maan
(4/4 bij een schilderij van Ilse Derden) wij zijn verzwolgen al maar golven golven na wij waren golvend licht ooit in de volle dagen wij waren golven wij van wijde werelden weerga en van diepe harmonieën uitdeinende galm wij waren golven wij, winnaars in de kunst van falen wij waren golven wij, hoeders van de […]
vloed
(3/4 bij een schilderij van i.derden.) Het schrapen kriebelt in de keelwand. Het schrapen vlokt aan tot vette kraai. Aan prikkeldraad de stem bloedt open, licht het rotte op, verlucht. De stem is. Het staande heeft het weer van ons gewonnen. Ik eindig in een punt, nietig, in een puntig ik. Einde. De stem heeft […]
huiveringen
(2/4 bij een schilderij van i.derden.) De maan omvat gestreng de categoriek te fel verlichte bomen. Hoogspanning. Geflikker. Jij, uitgespaard daarin. De bladeren vluchten in geritsel naar hun ongedierte. Het af slaat op. Ik ben er weer. Snel teken je het maanlicht open. Naar mij, ik: net op tijd om te laat te komen, om […]
de gierende cirkel
Differentieel: het andere herhaalt altijd wat er in het eendere nodig is om het andere te maken. Negatief: het staan in de weg is ook maar het staan van een in de weg staan. Verlicht: het andere was altijd al het antwoord op de treurnis om wat er nooit meer eender is. Niet: het ene […]
LAIS
Zie wat ik zag toen ik weigerde te zien. Hoor wat ik verzweeg toen ik weigerde te spreken. Niets van jou is ooit daadwerkelijk beschreven. Niets is van jouw lichaam ooit naar waarheid verteld. Jij weet niet wie jij bent. Jouw lippen sluiten niet jouw mond, jouw ogen zien niet wat je ziet, jouw […]
VLAK 14
[Zanger Izeganz & twee Ingezetenen van het Salon] Izeganz klopt zich het kunstroet van de loden jas. De handen zijn hem opgezwollen met de zweren van beteugeling. Hij stinkt: de zon zelf zou zich blauw in het roestige donker willen splijten om hem uit de weg te kunnen gaan, en uit zijn sliertige haren gutst […]
Daphne
Mij ontsnap je niet. De dichterdoet er best het zwijgen toe. Zolderbalken kraken van herinnering:jouw spieren spannen zich tot nerven, takkenreiken naar een diepte onderin. Je zucht. Je slaakt. Jouw lichaamlijkt van tonnen dynamiet de lont. Je kan niet uit het heden naar jouw leventoe. De vloer verhoogt de luchten enmijn hete adem drijft jou […]
Weefsel
Het land schiet zwetend wakker, een heuvel botst de hemel op, de zon ontsteekt de bomen. De aarden mond hoest roest en zuigt de trein langs rot van storten. Een brakke poel bekt krap naast mij voorbij het raam en klapwind wervelt over rommelige terreinen. Ik zie de zon in slierten wolk verschalen, gelig licht […]
NIET
Het heil ligt niet bij ons geborgen. Uw jeugd niet noch uw vreugde hebben wij in stock. Geen blijde boodschap bloedt ons van de tong. De geur is die van lente. Woorden voor uw redding zijn er heden niet. Nagel op uw deur naar vrije keuze de wrede tekens van uw eigen lied.
Het schrale
De lente steekt ons de vervlogen hoop weer achter de ogen en het groene vuur kromt in onze botten. Het breekt onze houding met walging en smarten. Wij reiken u gloeiend van liefde zoals het geschreven staat de houten nap aan met onze huismelk. Wij trillen. Onze ledematen spellen bewogen de naam die wij dienen […]
lijfsbehoud
lijfsbehoud Tulpen te tuimelen op de verte staan zo wil ik je nog raken bij het zwermen van verhevigde duiven waarop de zon sprenkelt zijn vette vingers lentelicht. Drijfluchten donkeren. Gedrum is er, en droefte. Plens ik bloesem op dit rode blad, het is een pad wég van mijn bloedbevlekte hand. Moedwillig ik ruk je […]
anus mundi
Ik droom van stof een droom en alle ogen tranen toe meteen. Barsten breken in de oorgang. Bloed streept uit de mond. Hele delen hoofd verwelken, armen vallen week hun schouders af. Vleugels scheuren hemels open en de maan zet het op een zweven. Het rennen raast doorheen de angsten en het dansen en het […]
stof
stof een algoritme van het gemis stof kruipt in de gaten de gaten parelen stof schiet uit de gaten ik adem in jouw adem jouw adem daalt in mij jij bent in mijn adem jouw adem is in mij zo hebben wij de gaten de parelende gaten de gaten hebben wij het licht valt uit […]
k l i k d o o d
geacht lupsiek, welkom bij k l i k d o o d download het mp3-bestand het nieuwste geile media spel (met de steun van diverse krantelijkjes) > S T A R T < het kruipen kwam de kroop binnengekruipt waar het kriep en kropte en iemand zei: kennen wij elkaar? (ja/nee) […]
Voltage
Voltage Vingerlicht. Kattenijzer. Breekmond. Spoelzucht. Waterdreef. Schilderspees. Voetuitval. Zendgat. Afhemelen. Doenselen. Bedromen. Invloed. Erbarmen. Morsen.
GENOEG De luchten klinken onder druk tot klanken. De klanken vluchten in de muffe woorden. Het stof stuift uit de dode boeken. Genoeg. Ik doe het licht aan als het uit is. Ik doe het licht uit als het aan is. Ik doe het kleed uit dat je draagt. Ik licht het vel […]
plaatsen
op alle plaatsen waar we plaatsen plaatsten liggen al de plaatsen die we plaatsten nu onze plaatsen slapen onze plaatsen wemelen onze plaatsen regenen onze plaatsen zwemmen onze plaatsen houden de vingers op het glas tussen de vingers onze plaatsen strelen de stem in de opvlammende hand (het cordon bleu) onze plaatsen hebben niet de […]
kroning
KRONING de kiemen komen uit het droge land gekropen, de glazige korst barst op de kerfnaden open, danig waait het in op de mensen en de mensen verhalen loefwaarts het verhaalde. op hun donkere kilte kregelig het kutkind Aristaios schoffelt het overtollige licht naar beneden – enkel de toplaag mijn jongen, steek niet te diep […]
diepkeels
Dezelfde bergen bergen de droom: aaneen te zijn, hartstochtelijk. Peenemunde, rocket shafts, uniformen wriemelen rond de gloeiende kluster van kleur. Aber euch, in het zog: niet memorabel. Jonge slurfen die bloedeloos hun wasdom in een klemnet arceren. De streep door het berekende. Het zeer in de stem, barokstrijkers op verse sneeuw, engelen met een […]
de lier
De lier Je wacht en drinkt. Je morst een spat wijn op het tafelblad. Je wrijft, maar je wrijft een wereld open. Straks zien ze het nog, zien ze je liggen in je bad, hoe je de toekomst in zeepranden afhoudt. Je tong likt slim de schijn van je lippen. Je haat en spuugt mij […]
Oetoen plukt de bloem Het Oog ziet neer en meer. Het Hart is blind en weet zich door het ziende onbemind. Oetoen plukt de bloem. Huilen kan ze niet maar voel het droeve dreunen, zie in het witte kronkelen van honderden larven de diepe vaste kronkel waarop zij valt, waarop zij viel, waarop zij vallen […]
Onrust De aarde blaast kattig, het water wil aftochten. Vuur verklaart stormachtig het sterven aan het blauwzwarte uiteinde van windstoten. Bloedrood de wolken trekken zich in afschuw van het ondermaanse af. De hemelbesmeurde schuift nerveus met haar dreigende limousines op de straat onderaan. Het duister donkert nog, het woelen wakkert verder het woelen aan. […]
genesis (erratum)
De Wereldslang De Wereldslang tierelierde in Den Gouden Hof. Het was daar warm en voor de slang heel tof. De slang mocht vele slangenlijfjes dragen die in het gras te zingen en te blinken lagen. Toen kwam Adam en die nam de slang te pas en trok hem aan als stoere toverstaf. Dat was – […]
goede voornemens
Ik zal het lege gele bootje zijn dat dobbert dobbert dobbert dobbert in het grote meer. De dode oevers zal ik droevig laten. De weidse verte weids en ver en ook de grashalmen kunnen wel, ja, die halmen kunnen wel. Ik zal het gele lege bootje zijn dat dobbert dobbert dobbert dobbert in het […]
BREUGELS
BREUGELS hoor je door het kromtakken van denk ik vergilius de trage nijd zoals enkel bomen kunnen boomdulden onder de bomen in het bos? voel je hoe de treurnis haar bekraterde gestalte aankrabt? kan je de g*dsnaam al kontploffen? vraag je wel tijdig om een smeltbakje nu je hart gesmolten is? de dichter, beste […]
> Het Pad van de Wenende Nacht, een theatrale supersaga naar het Zangezi-recept van V. Chlebnikov VLAK 11 – sterfscene 451/3 – izeganz bekent zich marsyaans aan de muze […] al het grove hebben we al: wat hen uitstraalt bedekt mij wat hen opjaagt & jent het stroopt mij in en bedruipt mij de walg […]
natte kerstdroom
korzelig de zalmscheutige mens in zijn bedding breekt en bonkt zich het broze beenaderarmige op de bonk- en breekstuurkolom onderweg naar ikea (o ronkende bromt in het dolhoofd de boertige trom), en haalt dan met imponerende stevigheid de hebberige kindertengels van het lichamelijk voelbare tankbeurten af – ting ting ping morst al de slangentangteller, de […]
vroegte
De straten garen wit. Wie staat er nog op vanonder dit doodsvette dekbed? Kloek, hanig, oorlogsvaardig, zegezeker zoals bazen die hun knechten de oren afrukken? Een zin zeist maar zie: uit het niets bloedt het niets uit in niets, ongezien. Bij elke zeven rijdt er een wagentje voorbij, dan kan je instappen. Dat is […]
de dingen veranderen Op een dag duurde het niet zo lang meer dat ik dromende ik was zoals u mij kent, lieve glijzieke beschubde, en vervolgens dat ik een mini-slang was die in huidplooien als in verse lakens glijdende was, de wasmiddelgeurtjes van het linnen in mij opnemend. Maar: ‘dit kan niet’, dacht ik dan, […]