Niet eens beweegthaar hand: het boekligt jarenlang openop dit onbeschrevenblad: dag na dag enuur na uur zieje in haar blik secondenafgemeten staan die het momentmillennia verdagenwaarop je haar hetwoord kon vragen. Zo heeft ook de lucht, zegt men, rond een klaproosgeen weet daarvan.
Categorie: gedicht van de dag
toverzang
er is geen tijden niets staat ons te wachten,er is geen bedwaarop mijn naam geschreven staat, maar dagelijks is jouw schoonheid krijtendop mijn zwartgeblakerd land een toverzang,geborgen klank van zilversnarenhanden, dansend, die mijn talen breken en klakkeloosvan liefde spreken alsof geen wervelstormons in die oogwenk ooit nog raken kon.
hoe het ooit
een parel wordt het ooggelijk. hout raakt hout waarvingers waren en gevoel. de wacht strekt. elk ogenblikreikt verder dan Andromeda.stilte heerst, die het stille wil. het komt. een druppel eerst, een tweede en het water barst doorheen de steen. ook de zon stroomt leeg, lichtwordt schietgebed, een schijn waarin gewettigd ligt de stem. het wiegen […]
schichtig
de speeltuin boltde lijnen op, roltweg in het donker. ‘ik schommel’, kriepthet kind. de kraaienbevlekken het gras. het benodigde dientafgewogen, gemalen,spaarzaam toegediend. koud en tastbaar is het beter, een strakkevorm verbergt het schichtige karakter, het onafwendbare.
ferm
het werkte. een doel wasniet vereist: de bal roldeen dat volstond. de vraag was nu naar het puntwaarop het zeggen kondat er bestaan was, dat het bestond. de nachtbood gouden regen die nooit de ochtend haalde. besef. de val slaat toe. de rat draait in het rad. het ademen herademt. geen ander trekt het gelaatin […]
Het verschil tussen grijsen zilveris de opstandigheid van zwartin de waan van het wit. Het verschil tussen geelen goudenis de onzichtbaarheidvan zwartin een geslaagd gedicht. Over het ‘Gedicht van de Dag‘- programma Lees meer output van het ‘Gedicht van de Dag‘-programma inputtekst (19-20/06/1993) een kopie is enkel op aanvraag en persoonlijk af te halen gesteld dat […]
evident

Bij oogopslag verdwijnt het, zinktslaafs als een afbeelding in de afgebeeldezee waarmee het zichzelf toe plooit, uit zet, in het niets uitstrekt. Nochtansde nacht lang laafde het zich aanhet sijpelen van de roestige kraan, het druipen van engelenbloedwaarvan elke drup het antwoordgeeft dat in de vraag al was vervat. Zo vervolgt vergeefs het lichtziek oogde […]
Benodigd zijn: bloedinkt, papier en daarineen goed oog. Onder invloed van het witstolt het opgekloptegebeuren. Kluts er desnoods wat waarheiddoor, maar het moetwel glad en diafaan. Onderaan dichtplakkenmet het zwart van jelongen. Koel serveren onder voorbehouden (noblesse oblige)een glazen stolp. inputtekst (1993):
lemmet
zilver draaiend blonk het rond het ijlevan je greep. het viel en zonk de weide in. het heft was weg, verrot. wat het inhieldhad geen angst, het kon zich zomaar weerin je hand leggen. begrip is relatief. snee: is het bloed dat nu gestold de snedetekent, of tekent het in de grondgestokene de zwarte lijn? […]
evenmin
De hand vervelt, een lijn ervanvervalt per dag en wordt als nieuwaan hetzelfde vlak toegewezen: dat is het. En dit al evenmin:dat een hond niet denkt ooitéén haar te hebben aangemaaktvan de pels die hij verliest, evenmin, dat een oude vrouw geknieldin de kerk hoorbaar maaktde tot schriele klacht verschrompelde wandaad, evenmin, en zelfs niet,dit […]
spiegel
Ligt er gedegenonder het raakvlak,de blauwe soutane die de blik ophoudt, haar in haar ruisen laat verwijlen; Zit er onbewogen als toeverlaat, speling, sasnu je haar indaalt, haar zijden nachtverhaal van haar ontdoeten kwijlend als een gek nog de zeewaardigste herinneringophaalt, haar het uit haar eigenste oogzwart nog toeschrijft, in haardiepste inkten vertaald. Lag niet […]
Het opgespannen doekwordt grijs en zwaar van de dauwboven de pratende hoofden. Haar toegewijd reikt je handen raakt niet haar,maar zich in onmacht rekkendehet doek en van de verdonkerde lucht glijdt op voorspraak der godenin je handpalmde druppel vocht, dat breekt het licht en op haar bovenlipstaat even zilverals de omkartelde wolk jouw daghet kussen […]
dooi
van grijze wolkenvalt de regen op het ijsin de vijver hier. van grijze wolkenvalt de regen op dit ijsonophoudelijk. van grijze wolkenis er op het ijs dat smelteen laagje water. het grijze waterwordt weerspiegeld in het ijsop de vijver hier. wie ziet het water,wie de wolken op het ijsvan de vijver hier? wie ziet er […]
LAIS XXXI
Het feit alleen dat zo de wereld ziet,zijn dode god is lomp, zwaar geboddat zompig zinkt, vastheid biedt het niet.‘t Bestierend woord bederft van wil totslijm en sliert, klonters existentierot. Dit schrijven nu dat het doorboortdeelt het iets uit dat het niet toebehoort,verschrijft zijn liefde tot geschiedenis.Uw lezen maakt het dan gekozen poortvan niets daarvan tot […]
verworvenheid
dit land is niet het mijnenergens zie ik klaarnergens kan ik heen hier verlies ik niets van mijniets beroert mijn handhier beklemt geen doodsangst mij dit is mijn verworvenheid: oktoberlicht dat strak de stad kadreerten ’s morgens zilver klavecimbelsuit de ramen gooit. spiegelzang van meisjeskoren, gouden stemmenweven tegendraads een web van onontkoombaar zinsbedrog. bussen kermen […]
tussentijds waar ik nog niemand benbij toonloos onaanzienlijk licht datalle ruimte binnenskamers houdt; tussentijds waar het moment nog zegen is,waar tussen galm en aanslag stilte zich tot unisono plooit, verwachtingsvol,- geen oogopslag verdaagt de stondetot het later waar de stem van overslaat.er parelt zich een traan en jij bent enig dan, verschenenglans van mijn bestaan. […]
niets beroert mijn hand
niets verliest zijn stof bij tegenwind. nietsdat door een stoot van angst in leven schoofen stijf van eenzaamheid verschuift op tijd. en verder niets dat zich met licht bedriegten ’s nachts zichzelf in niets verliest. nietsdat nooit beter wordt en hongerig bovendien er niets toe doet. fietsen voor het goede doel.niets dat zieltoogt ’s zondags, […]
hier verlies ik niets van mij
de winter baart het land op. de witte walmgeeft bevroren op het raam haar dode zielgeletterd weer, met ademgrijs omkleed. stil nu, doe het licht uit, stel het scherper:dit is het land van balsemgeur en maneschijn.zeven bokkenrijders schudden wekelijks wat zwavelzure woorden over stad en land.er vallen grote gaten in het bos en op de […]
nergens zie ik klaar
nergens is een kamer, afgesloten,waar één bliksemschicht langeen eeuw van waarheid is te zienzonder tijd voor tranen of afgrijzen. nergens is een kamer, onbezocht,waar te zien is hoe geknakt de stengelzijn bloem uithangt, buigend uit het glaseen hand zoekt en davert van het strelen, op tafel stort tot grijzig stof. nergens is een kamer, onbetreden,waar […]
de verbeelding sprak tot waar niets was.verleden heerste over toekomstpuin. ik was een insect dat met één vleugel cirkels trok in rotte ondergrond. scherven staken hoekig elke rondingaan. geen beeld versteende gratie nog,geen gratie voor een beeld van steen. nauwgezet de wereld werd vermalenvuile blikken zwartsel voor de ziel.hoger school geen heil: geen goddie hier […]
kinderspel
// het moedwillig verstoppen van informatie vergroot hun waardeonafhankelijk van de correctheid ervan die overigens slechts bij benadering te bepalen valt: het foutieve gerucht van een dreigend tekort wettigt het hamsteren omdat het hamsteren al bezig is ijzel vrieskou hagel wind die steekten wekt en wakkert de oogbrand // het oudste schermtruukje voor verborgen tekst […]
aanvang
stilte, verwachtingsvol span de ijlste toon die ver- nee. wacht nog, betwijfelelk begin, verzwijg zolang (hou de adem in zolang) het woord dat tot verdwijnennoopt. bewaar de stilte, ver-zwaar ze met je aanzet tot zwijgen. wachten. stilte. inputtekst (1992):
2 haikoe’s
grond opgebroken straat.het stof strandt in de kamers:zand is geheugen. nu nu het straatlicht dooftvertrekt zij stapvoets uit mijn dromen bij daglicht. inputtekst (1992):
dorp
dorp: blauwdruk van mijndenktrant, pretpark, doodsprent.de waarheid heeft zich diepin deze waanzin ingevreten. bouwsels slepen de weg. verkijken is verboden: elke gevel,elk stratenplan staat of valtbij de treurwilg wier takken naakte schouders streelden. zo één dorpskern kan gans een land,een continent in slaafse zang van haar doen zingen, bevend, tot het ploft. zo dool ik […]
oktober
Over de vijver van het parkroept de reiger, rekt zijn kreet.Niets bevestigt verder nogdit landschap. Zo ontloopt het zand ons nog,zo breekt de liefde hoog uitéén nacht ijs, stort in klater-beken spiegelscherven scherpop wat daar dieper naar eenschuiloord zwemt. Zwart op zwart zink ik in inkt.Geen steen die ik bekras heeftplaats voor wat ik grijpen […]
LAIS XXX
De stank van god is niet te harden nuzijn rottend lijf geheel de aarde dekt.Wie van hem spreekt, spreekt stil en ambigualsof men nog zijn dood in twijfel trektterwijl het rot zich zichtbaar toch voltrekt.Soms gaan er ook stemmen op dat zijn Zijn toch niet zo zinloos kan gestorven zijn.Misschien is Geest nu Vader van […]
nachtwake
roerloos lag ik daar, stof en as, wachtend op een wereldwende. waarheid kende ik als niemand,waarheid was de recht aanbeden zondie zwart mijn ogen sloeg en mijen al het zand tot spiegel branddewaarvan ik alleen het beeld verdroeg. episch, stichtend, monumentaalvoor niemand kraakte mijn zangbij het kermende kerkklavierdat vissersgeesten wekte: liedvol zon en zee en […]
4. véte como te vas, no dejes floja… (Gongora) o stroom, die stroomt zoals jij stroomt:veel bekijks beklijft jouw stromen niet.maar noem ik daar die steen mijn goddan zie ik ook mijzelf in steen en droomdat zij daar eeuwig in mij staat in steen,dan is de steen ook steen zoals jij stroomt,mijn god, die stroomt […]
4 Barokspiegels (3/4)
3. Stand still, you floods, do not deface (Carew) ’t streefdoel stilte streept de mond kaduukhij zweet en rilt zich nog de tanden stuk.kijklust donkert ’t plexiglas inktzwartniemand ziet haar woeker in zijn hart.maak voor deze lafaard vlug een grafniemand weet iets van zijn liefde af. ’t streefdoel stilte streept de mond kaduuken hij jaagt […]

2. Au milieu de ce bois un liquide cristal (Habert de Cérisy) verknoopt in de keelkribbestokt bij nacht de adem. kurk.de ratel wil mij achterlaten in de droom waarin mijn buikzweeft en ‘t wateroppervlak zodra versplintert. de tijd jeukt er van etterende stilstand. ‘ik krab er blauwe ruimte uit’. woorden glijden glippen wegvan mij, het […]
4 Barokspiegels (1/4)
Specchio fallace, ingrato (Marino) Taalknoet, dwangvers, tresvan larie die zichzelf benijdt.Rooster dat het zonlicht splijt,mijn adem hort en korrels perst : letteretter in mijn wonden; bedrieglijke spiegel, lieflijkeschijn van schone waan, lege lijst met bladgoud belegd,niets dat aast op eeuwigheid:zwijg tot ik zie wat je zegt. inputtekst (1992):
VNFM2: veroesteren
verworpen neologismen voor het ‘Fin de Millenium’ het vel dat het tere omspant verhardt:de spanning kalkt in lagen uit. onder maskers op maskerende maskerswordt het vergeten gelaat een week en rozig vlaken in de dichtvallende tunnels de zintuigen doven.het gelaat is gelaten, het profiel profileert. de lichamen parelen uit, pureren zichhet been uit het lijf. […]
VNFM1: seculantie
verworpen neologismen voor het ‘Fin de Millenium’ seculantie kruipen op ’t strak gespannen spekvel in de uitgebrande bedding met hethagedissenzwart, het distelgroen waarrood steekstof en schuurstenen oude wonden openrijten, waar klauwen tasten in flarden opbloei van vleesrot, waarfeestelijk blauw gierkeelt de aasschreeuw :de laatste mens die zich het eerste woord herinnert en het brullen van […]
alp

het staat van steen in mij en ’s nachtsstoot het door het vlees tot in het bot.het marmert mij de ogen en in het rotvan mijn gebit het stort de kiezel pijn. het droogt mijn keel, het striemt mijn tong.het vraagt de lippen in de spiegel of ik hetpersen zie. het slurpt mij uit tot […]
LAIS XXIX
Zwart glanst in azuur op wit verdwijnenwat van begin tot eind in eigen gitgeborgen blijft: spel van klare lijnendat betekent wat het zelf beschrijft: ditis wit gelezen zwart dat in haar zit. Gracieus wordt zij godin van schoonheiddie gaat leven als Het geloof belijdtgewoon door het bewegen te bekijkendat elk moment zijn ziel met haar verblijdt:als […]
praten is het woord
Praten is het woord ophangen.Toegesproken stopt de sneltrein niet. Menbespreekt waar je was. Schrijvend hang je traag te snakkennaar de halte van de eigenwaan. Jeleest jouw naam verkeerd. Ik ben immers al verdwenenin het spoorwegnet. De aankomsturendaar zijn niet voor mij. Dichten doet ons ’t woord verhangenvan de plaats waar niets al hing naar daar […]
de dichter des zomers
Kleur is hem in de kleren gekropen dit hoogseizoen dat dons op zijn verzen doet en danig zijn oren tuiten met toeters en trommen. Bloemen te waaien staan op zijn hemd dat longen omvat met een vuurzee van aardlucht en gele geuren van haren en rode en lachjes die krullen. Zwart met gaten zo diep […]
eentje van het huis
“Hij had alles verteld. De andere, die ouder was, hadden we maar meteen afgeknald, die zou toch niks lossen. Die zijn kop hing te bloeden op zijn schouder, dat maakt indruk, dan nijpt ge ze al, hoor.” Den Bère vertelt over zijn legioen-jaren. Hij is vandaag vader geworden, komt het vieren aan mijn toog. “Na […]
uit de maat
voor en over c.v. Drie planten zonder bloemin licht en donker groenvariëren op een tune van Monk.Mijn vingers doen de honk. Doemdadoemdadoemdadoemda doe jij.Dat past daar hoegenaamd niet bij!Ik denk dat ik dit schrijven beter laat:’t is geen dadoem en de doemda is uit de maat. inputtekst (1992): Over het ‘Gedicht van de Dag‘- programma […]
de poëet
grappig is te zien hoe snelhij weer in god gelooft,als je hem een eigen stijlen stevig rijm belooft. inputtekst (1992) :
LAIS XXVII
Alleen een hond kan schrijven dat ‘het schrijft’en zich verbeelden dat het een schrijven is,maar zelfs een vlugge schets daarvan verschrijftzichzelf tot wie de echte schrijver is:in wiens verbeelding nog schrijft ‘Het’ LAIS?Ben ik het niet die zich genomen weeten Het bedrogen drager van mijn leed?Blijft zij dan niet voor eeuwig buiten schotterwijl ik Het […]
langdurig gerenderde liefde
het punt dat ik bij kaarslicht toenin jouw gedachten las, was eerderlijn misschien, waarin jij het zienbewonderend ging spiegelen. de pixels licht van toen stralen nudoorheen volslagen duisternis,het zwarte gat waarin verdween: jij, de hond die snurkte, en, gebroken glas, de tere bel van liefde om ons heen. inputtekst (1992) Over het ‘Gedicht van de […]
rigorisme
In vreze om larvendie minzaam ebbenhouttot zwartste nacht vermalen, wanhopig om regendie de witte twijfelvoor de vraag van antwoord dient, en rillend om warmtedie het geroofde eigaaf de grauwste bek uitstoot, kokhalzend het leven aanbeden als de doodvoor jouw aalgladdedageraadswoorden. invoertekst (1993):
dichter 1992 – 2019
dichter 1992 het regent gestaag.de hond slaapt aan mijn voeten.ik lees wat ik schreef. dichter 2019 het regent gestaag.de honden zijn gestorven.ik lees wat het schreef. inputtekst (1992):
het weigerde
“In ’t dakraam toen getekend stond: de maan,zijn lach in ’t glas, die schoorsteen daar die vingin’t zwart geschreven klanken van haar naamdie daar voor even in de tijd gelijk geweven hing. Bemerk ook het ontbreken van kleur enin zijn dromen louter droefenis die nacht,en hoe dan ’s morgens de zonneprachtin Het haar licht verspreidt […]
B26
In laaiend vuur verworpenneemt het droge blad van lucht,vuur en aarde alle kleurenin zich op en zweeft. Het krult en weegt zich al krullende af. Een roos vergeelt tot tere lijntjeswaarin nog herfstzon trilt. Wit gebald wil een strakke handals van zijde het voelenvan de hand nog raken: van wieg tot grafwacht de mens vergeefs […]
LAIS XXVI
Een speld van git bij parels kornalijn,granaat en amber, en donker diep klaartheur hals uit met van geuren een gordijnen krult een lok die wit gefonkel gaarten Het dat als een god op aard bedaardhaar zich voor zich ontdoen ziet van heur praalen uit de zijden stappen haar verhaal:de ster die in zijn woorden branden […]
LAIS XXV
Is zij het daar die Het ziet, haar blankevuur van huid verhoogd met manestralen? Zijn het in die wilde baren daar haar rankehals, haar ogen die het licht doen dralenvoor het in de nacht verdwijnt? Bepalende grond en ‘t kleed de tekening van ‘t lijf? Is haar te zoeken deel van haar verblijf? Maakt haar te zien […]
LAIS XXIV
LAIS waarvan Het het gemis bezit,en duizenden varianten duisternis:’t perverse schrijn waar niets het niets aanbid,verloop van tijd, vrij van gebeurtenis,paleis waarin de ruimte leegte is. Het is die leegte die zichzelf herkent,herhaalde spiegel van het mankement. ’t Gedaver dreunt hier vers na vers voorbij:een rotten van absentie dat nooit went.Kom, lezer, doe er nog […]
B41 – D23
de muze is een tijdloos monster dat knaagt en kauwt op dichterslijf, een lijfeigen hunkerendat werktuig is, en ook het deeg daarvan, datmurw gekneed zwartgeblakerd al in de oven rolt.nooit leefde er ergens een zanger zonder deze haast. ach, en uw breinaaldblik doorpriemt het klotsrijm enkel in uw eigen weke brein. u rijgt onze verzen […]