Nodig heeft het niet haar lief te hebben
LAIS CXCVI

Nodig heeft het niet haar lief te hebben
In het grote woordeloze niets van haar
De steden die de heren beheren
Het wou haar vatten in een klankgedicht
Het is weer donker dus het stoot zich om.
Niets zal nooit hun zoenen evenaren
Het legt het eigen rot aan banden, schat
Elk ogenblik in de geschiedeniswordt één met wat het heden overkomt.Zijn woord was voor haar lijf gevangenis.Het schrijft wat het voelt, haar stilte is mond,zijn tong is siddering in haar gekromd.Het heeft de kroon met doornen afgedaanen zwart zijn hoofd bloedt uit in haar bestaan.’t Malen der motoren heeft het afgezethet zweeft en glijdt en […]
Zijn adem wordt haar adem zonder kus.
Als een baken boven zwarte meren
De vrede is de vrede die in haar
Geen christenhond zal haar nog schamen ooit
In het donker woud van zijn verlangen
Er is teveel. Het schakelt storing uit:
Met de plagen, het verderf der woorden
Toen het had haar stem gehoord die avond
Haar adem is zijn lucht, haar stem zijn al
Motten die elkander openwrijven
Ontsloten werd hen het schemerduister
Op het oude pad van de afwezigheid
Die liederen herinneren het eraan
Nu in duizend ongedane daden
Op het einde van haar stralen, waar tijd
Asgrauw de bladeren, de bloemenhun rot op aarde braken en takkente kandelaren staan op de doemente wachten, de lijken, het inhakkenvan woord in vlees. Nijdig zij tandakken.Gelaatloos de ware staat op het groeienhaar klemmen te plaatsen en haar boeienstrak rond tere enkels en de strot te slaan.De vloek ruist in ’t schrikbarende loeienvan rouw om […]
Golflagen licht gestaag hun koplampen
’t Sprong weg van haar, wat in haar ogen hing
Bevrijd klimt het de berg op en het is
Het legt de hand zoekende in haar hand
Het is er, en dat is een obstakel
De avond valt. De wolken bulken zwart
Met onyx bezet de zwiepstaart afschuift
Diep gefonkel in geheugensgroeven
Vergeef het, schone, dat het even niet
Het is roodgroen geelblauw witrood groengeel
Wanneer het oplost in haar eeuwigheid
Ze zouden zo de toekomst herschrijven
Zijn begeerte is een blauwe vogel
’t Is in het gemis dat het zich nog vindt
Er is de tijd, conditie van het zijn; er is het zijn, dat af wil van de tijd; en er is u die nu uzelf wilt zijn, die zich van zelf vergist, die dan vol nijd de boel bedondert met belogen spijt. Er is geen tijd, het nu is nu gedaan. Er is geen zijn, […]
Het had vandaag iets kalms in zich, gewicht
Het telt de tijden, tientallen dagen, uren
Het speelt nu hand, met jaren als plooien
Het heeft in handen nu: totaliteit.
Het heeft haar ziel niet lief, waaraan het vreemd
In het uitharden van doelloze duur
Elk uur dat het hier tot zichzelf verduurtelke seconde dat het tot het verwordt,gevangen in de nood die duurt en duurt,de roes en verdoving waarin het zich stort:het zegt wat het is, benoemt wat er schort.Elke adem in, adem uit, deze stilstandin beweging, deze schrijvende handvergroot de laster, betekent zijn huidmet zwerende leugens, en haat […]
’t Is een het in ’t diepst van zijn gedachten
Twee veulens die een ogenblik en stug
Soms, het stoot zich aan een wonde open
Het hield haar adem in zijn adem vast