Benodigd zijn: bloedinkt, papier en daarineen goed oog. Onder invloed van het witstolt het opgekloptegebeuren. Kluts er desnoods wat waarheiddoor, maar het moetwel glad en diafaan. Onderaan dichtplakkenmet het zwart van jelongen. Koel serveren onder voorbehouden (noblesse oblige)een glazen stolp. inputtekst (1993):
Categorie: het groene boekje
spiegel
Ligt er gedegenonder het raakvlak,de blauwe soutane die de blik ophoudt, haar in haar ruisen laat verwijlen; Zit er onbewogen als toeverlaat, speling, sasnu je haar indaalt, haar zijden nachtverhaal van haar ontdoeten kwijlend als een gek nog de zeewaardigste herinneringophaalt, haar het uit haar eigenste oogzwart nog toeschrijft, in haardiepste inkten vertaald. Lag niet […]
Het opgespannen doekwordt grijs en zwaar van de dauwboven de pratende hoofden. Haar toegewijd reikt je handen raakt niet haar,maar zich in onmacht rekkendehet doek en van de verdonkerde lucht glijdt op voorspraak der godenin je handpalmde druppel vocht, dat breekt het licht en op haar bovenlipstaat even zilverals de omkartelde wolk jouw daghet kussen […]
verworvenheid
dit land is niet het mijnenergens zie ik klaarnergens kan ik heen hier verlies ik niets van mijniets beroert mijn handhier beklemt geen doodsangst mij dit is mijn verworvenheid: oktoberlicht dat strak de stad kadreerten ’s morgens zilver klavecimbelsuit de ramen gooit. spiegelzang van meisjeskoren, gouden stemmenweven tegendraads een web van onontkoombaar zinsbedrog. bussen kermen […]
tussentijds waar ik nog niemand benbij toonloos onaanzienlijk licht datalle ruimte binnenskamers houdt; tussentijds waar het moment nog zegen is,waar tussen galm en aanslag stilte zich tot unisono plooit, verwachtingsvol,- geen oogopslag verdaagt de stondetot het later waar de stem van overslaat.er parelt zich een traan en jij bent enig dan, verschenenglans van mijn bestaan. […]
de verbeelding sprak tot waar niets was.verleden heerste over toekomstpuin. ik was een insect dat met één vleugel cirkels trok in rotte ondergrond. scherven staken hoekig elke rondingaan. geen beeld versteende gratie nog,geen gratie voor een beeld van steen. nauwgezet de wereld werd vermalenvuile blikken zwartsel voor de ziel.hoger school geen heil: geen goddie hier […]
nachtwake
roerloos lag ik daar, stof en as, wachtend op een wereldwende. waarheid kende ik als niemand,waarheid was de recht aanbeden zondie zwart mijn ogen sloeg en mijen al het zand tot spiegel branddewaarvan ik alleen het beeld verdroeg. episch, stichtend, monumentaalvoor niemand kraakte mijn zangbij het kermende kerkklavierdat vissersgeesten wekte: liedvol zon en zee en […]
4. véte como te vas, no dejes floja… (Gongora) o stroom, die stroomt zoals jij stroomt:veel bekijks beklijft jouw stromen niet.maar noem ik daar die steen mijn goddan zie ik ook mijzelf in steen en droomdat zij daar eeuwig in mij staat in steen,dan is de steen ook steen zoals jij stroomt,mijn god, die stroomt […]
2. Au milieu de ce bois un liquide cristal (Habert de Cérisy) verknoopt in de keelkribbestokt bij nacht de adem. kurk.de ratel wil mij achterlaten in de droom waarin mijn buikzweeft en ‘t wateroppervlak zodra versplintert. de tijd jeukt er van etterende stilstand. ‘ik krab er blauwe ruimte uit’. woorden glijden glippen wegvan mij, het […]