met kransen als bode de zon wil haar tooien haar ogen gloren en woelen intens met een duister dat van duiven is, hun stijgen en dalen als gelaagde sluiers zie ik haar lokken en valt er een streling van goud langs het wijken, een wens raakt aan het weke, toetst een schouder, zo scharlaken lijnen […]
Categorie: debuut
Kermisgrijpers tussen afgerukte delen zoeken onvindbare ogen uit te wrijven. De mond maakt drukte, kernwoorden krom in de keer verbogen roesten groezelig op tongen. Togen waarop glazen de dromen al klaren drijven de geest tot drieste gebaren: ‘iets toch, iets toch’, zo tremt het bibberlijf. Iets dan daartoe besluit tot vergaren van munten voor ’t meewarig […]
eens, een wekken scheurt de vliezen. onzichtbaar druipt het rode uit de nacht als licht in slijm verscholen. de bloei is onderhevig, de zwaarte spant een kracht die tornt het ochtendroze. luciana tart de zon met nachtelijke schittering. lees alles uit de categorie ‘paring’
Images
album: I, Pharaoh duur: 7:51 zodanig (ja, danig) te kosmos te niemandsland de nimfenklier hamert op het schone dat er jurkzang uitbreekt in de beelden waarvan witte verbittering de rand scherp de rode reuzen het licht door de neus jaagt zeul maar ja zeul en zeur maar reus zeur dieprode het reusachtige schitteren op […]
Ishtar droomt in chroom de jaren toen er redding was en ondergang podompodompodom het ritme doet haar goed en ook in grote ogen dan de glans van schrik en tikpikdik bij haar slanke bruine koninginnenlijf hun bange blanke slavenschroom.
het regent stenen uit de hemel fijne kiezel eerst maar knikkers al en marmer dan, bij brokken de donkerte verstevigt, niets geeft nog een krimp. het licht verheft zich hooguit een vinger dik nog boven de bevlekte schermen en draait dan terug tot git in de hatelijke blik van de berichten. ik wil van liefde […]
voor as ik bouw stad jij schept zee stad stort in zee loopt leeg jij bouwt zee ik schep stad stad loopt leeg zee verdampt ik bouw stad ik bouw zee scheppen gaat vanzelf jij schept zee jij schept stad bouwen gaat vanzelf
(dv rammelend op zijn HP503) I het watten verdriet uit de keel van het liedje kan ook niet zingen. II het vreugdeteken vrolijk overeind gezet. het valt danig op. III het rioolvergiet is van gietijzer. vergeten gorgelt.
pour Henri Michaux, le grand maĂ®tre de mes pauvres arts en met dank aan m.g. voor haar rake suggestie ik wreek ik raak ik werk ik rek ik week ik kwak ik keer ik wek ik krijt ik koor ik rok ik rul en ril en nog krijg ik de tijd niet stil ik beer ik […]