de vos bewaakt van ver de bron de werker hijgt en pompt al uren, geen water ooit geeft branden weer. de dames deftig duelleren fel het hart is hel, de tongen vuren, hun brand gaat in het bos tekeer. de uil is heer en wendt zich af de molen maalt de winden om de dronken […]
Categorie: debuut
de draak daagt in het oosten de dwaas is veilig opgesloten de cactus armt, de heks wil hond het zit de paarse fee niet mee: ik word wakker en mijn dromen worden zee.
“Te Mei haddic een bloemken …” Anon. , Weimarsch Handschrift (1537) in mei had ik een klokje uit alle klokjes uitverkoren ze was zo lief zo wit zo stil de zomermaanden raasden en in de herfst het loof verging het werd zo snel zo leeg zo kil de sneeuw is dik mijn lijf is stijf […]
o wit gordijn dat nu verschijnt, dat oplicht van het verre weg, de vage maan en weer valt in het duister vlak, het dichte donker vlak bij mij: ademwaas in weke schijn opgaand van de diep gezonken zon, nanacht met de verse geur van gras, zomerstreling die volmaakt gemis onthult en naakt en mij laat zien […]
variatie op een thema van Lien Tallon meesterlijk ik spreid momenten voor mij uit: geen gebaar dat niet volstrekt gevat in wat vooraf perfect bereikte al hoe het geweest zal zijn en dus zichzelf niet gunt gebaar te willen zijn. bij het leggen op gelijke afstand ontstaat er merkbaar afscheiding in het ondeelbare zoals […]
bliksemschicht
τὰ δὲ πάντα οἰακίζει κεραυνός Herakleitos, D-K 22B64 onze lusten als water ter plaatse een rijzen en dalen de lijfjes rode trilharen in de koude adem van het niets. onaantastbaar vordert het ongenaakbare, ongezien vernietigt het en zonder onderscheid het vreet. waarvoor wij elkander ter dood bestrijden, die heftige krampen wat wij in de […]
haar warme schade lonkt de weelde van mijn waanzin ik sleur en hef mijn woorden trap na trede hogerop na elke plof ze lijken dof maar geuren feller toch naar zon haar adem ook in golven is een nachtelijke vloed het ogenblik dat aan haar lippen staat is nat en fonkelt en vervloeit mijn reiken, […]
jouw ogen heb ik in mijn linkerhand jouw adem ruikt naar mij jouw lichaam trilt in een vreemd oorzakelijk verband jouw lach is diep jouw haren wild en weemoed zwemt in jouw strelende handen. ik ben geen ik, er is geen reden tot paniek. ik knik beleefd en samen vreten wij elkander kaal de lente heeft jouw […]
van de duizenden manieren om te zwijgen over de Schone van Li is deze misschien wel de allermooiste