χρησμοσύνην καὶ κόρον zomerweelde welt in kladdenmaden uit de bakken groenafval. zwermen horzels jagen bangekinders van het speelterrein tijd verslikt zich in het ogenblik. zon op het zenith strijkt zijn geil uit over het zwart van de aarde. ’t rot is de schaarste wanneer die klauwt en grabbelt in haar overvloed.
Categorie: 121 Manieren
121 Manieren om Heraclitus te lezen
uitgezonderd net vandaag altijd: de voordracht die zichzelfvoorstelt, als viel er nergens vanmaar telkens weer op zwart satijn de traagste zilverdwarrelinggeurend naar extase uit het onopengesneden album van de doodshoofdvlinder. zorg maar dat je gedwee de wind verzwelgendalle ramen opendraait, de wagenvan zijn kracht ontkoppelt, delampen dooft en in de weide glijdthet onbegrensde zwarte dat […]
ademgesel, liefdesklank die zinnenstrelend schorre kelen openspert en kil de diepst geborgen droogte op de natte lippen legt. tomeloos brandende halm, die krult op het veld voor je ogen net voor het opgaat in de vlam. vrees dat je van haar beroofd onder lakens graaien moetnaar wat je nooit kan raken. spreuk, die na die […]
22B53
je haarpijlen vlijmen vergeten symbolen in mijn lijf en nagels kerven wit op het bot.op polaroidbeelden van het binnenbuikse bofors blaffen uit hun affuiten. offerhoofden met heftige halen gescheiden van rompen hun spermonden doen hun tombade tot verin de pinkscène (de schaar in spreidstand, close up van krijslippen over heel het scherm). suisvogels mig fladderen op uit de gehoorgang en […]
22B55
de kraaien buiten kraaien kraai om mij en ton tong tingelong zo floepen hier de schermen aan en ten hemelrichten zich alom in lettersneeuw verpakt de krijtersdaken. ik stuif en dwaal als wind in dat verhaal, mijn nukkenis in ramen witte ruis, mij vierendelende een oester op de tong leg ik te vondeling, verdeel mijn oorlogskind […]
22B11
haar lichaam valt mijn vingers uit en zinkthet vormeloze in. elke zucht verwijdertbeelden en verdaagt geluid. haar halsis vaas, een waas van licht, ik durf de ogen niet te sluiten. er is koude die nietwijken wil. kale takken tikken op het raam.de frigo slaat aan, dat ademruisen hoort hier niet, dat krijsen was geen trein. […]
22B41
haat doorboort. haat bakt. niets ontsnapt.een barbecue op het strand is altijd een succes op het rooster is de offerande hard en zwaar en heet aan je vingers, de breinaald peilt en prikt, je liet mij rijgenaan een spit, je haalde draden aan en bond mijn hals toe en mijn anus. nu kan je pronken. mijn velis […]
22B99
pfiee-ie-ie-ieuw pfiee-ie-ie-ieuw je ziet een vogel falen die de luchten scheiden wou.je ogen zijn te traag, op het beeld gaat het sneller. de soep staat te dampen op de tafel, de eterslachen maar er is geen stoel voor jou.de klinkers u en a verdunnen tot o en au.de k en de m verbinden zich tot komen kam […]
22B64 – 22B121
Je voelt de warmte binnen komen, zich verspreiden, eerst in je buik en dan op je rug, je huid. Tonnen springstof razen in containers over de autosnelweg. Op de middenberm staat een stekelhaag. Heel erg luid roept het meisje in de blauwe bikini dat ze haar teen aan een kei stootte.Schimmen van oude mensen knisperen kwaad […]