de beste wil van de wereldzit mij niet mee. ik sta mijin de weg en staar op wegvan u naar onze woestenij. er is geen vuur dat mij verbranden wil.er is geen zee die mij verzwelgen wil.er is geen land dat mij begraven wil. ik sla mijn handen stukin deze handendie de tijd verlijden. ik […]
Categorie: velfabet
nacht
o nacht, jij zwarte ogenherderin, jij weidster van verbijstering. sirenen zingen bij de blauwe maan jouw naam en het einde wacht met ongeduld op de herhaling van het einde: jij, een set bloederige keukenmessen, wij, de lijven ik en zij. wij horen de zon, gebrande wellust onder onze voeten, versmacht toch, o nacht dat ruisen vlug […]
dromen over roze olifanten (62) een wit blad papier (63) je vader noemt zichzelf papierversnipperaar (64) je ziet een man met een bolhoed, netjes ingeduffeld (65) je haat dat haperende fototoestel, maar toch staat het er, zwart op wit (66) er zit een vlieg op het pc-scherm van de toekomst (67) de kracht van de […]
6 afscheid is creatie van de tautoloog. scheidende ga je af van een ons naar een ik met druipende tussen de trilvingers regen uit het oog, verloren parels van het onbegrijpelijke. nagel de ramen toe met spaanderplaat. koop de magazijnen leeg, stapel de suiker, orden de bloem. vergeefs in stormen staan wij pal, malloten […]
5 ernst verstrengt de stem. er heerst onrust in de gebaren. ze boeren beurs de walmen van verval. het groen in de vingers is rot, zit vol met grijpsnot. het schone bleek onzichtbaar zonder spiegel. je lacht, de angst verschuift, je schuift gebreken af op overmacht. kracht ontbreekt, de lach breekt verre stormen los, gebouwen […]
4. de horden, als wespen steken wij elkaar door plaatsgebrek. ons vreet ons, het zelf is dood, zelfs de dood mist het. het wordt steeds erger. samen hadden we een kans. knars je tanden. bijt je lip, bloed, geef toe dat elk ik naar ons nog snokt, dat verhaal was het zeil waarmee wij de gewonde […]
3. aan valsheid geen gebrek in de geschriften . de dagen lengen niet bij winteruur. er is iets niet. jij niest. leg je neer. verleg snel je ziel naar onaangetaste plekken in je lijf. blijf jij. verstijf desnoods, maar raak niet mij. doods als de armen waarmee je mij inlijfde, zo zijn wij geworden, met hun […]
2. grafieken teken je, je liegt, bedriegt en staaft je leugens met wat loze statistieken. je ouders betalen graag je huis alsof er ster was, kind en stro. je strompelt schaap en dronken soms het pad af van je tuin. er is geen buiten aan de lege kamers van jouw eindeloze hier. maar een weg […]
1 het zijn moeilijke tijden want de tijd kent geen meervoud.vogels dwarrelen neer en wij geloven dan in speldenprikkenhoe we in een voornaam enkelvoud het woord ‘zon’ bevestigen in het kastje ‘omloop de zon’ en zeggen: “hier sla ik mijn zwartevleugels uit”. of: “kom in mijn donker beven jij, zie haar in ogendie de onze […]