hào: graag zien, geneigd zijn tot, vatbaar zijn voor
Categorie: Grafiek
LAIS CLXXXIV

Als een baken boven zwarte meren
shí: uur (hoe laat het is), tijd, wanneer, uur (duur), seizoen, periode
LAIS CLXXXIII
De vrede is de vrede die in haar
tài : hoogste, grootste, te (veel), erg, buitenmatig
LAIS CLXXXII

Geen christenhond zal haar nog schamen ooit
qǐ: rijzen, verhogen, opstaan, beginnen, starten, verschijnen, lanceren

ài: beminnen, liefhebben, graag zien, houden van, affectie, geneigd zijn tot, neigen naar
LAIS CLXXX

In het donker woud van zijn verlangen
jīn: vandaag, modern, heden, huidig, deze, nu
shuǐ: water, rivier, vloeistof, drank, toeslag
jiàn: zien, ontmoeten, verschijnen, interviewen
LAIS CLXXVII

Met de plagen, het verderf der woorden
LAIS CLXXVI

Toen het had haar stem gehoord die avond
LAIS CLXXV

Haar adem is zijn lucht, haar stem zijn al
gāo: hoog, groot, boven het gemiddelde, luid, uw (eerbiedig)
LAIS CLXXIV

Motten die elkander openwrijven
yǒu: hebben, er is, er zijn, bestaan, zijn
LAIS CLXXIII

Ontsloten werd hen het schemerduister
shēng: geboren worden, baren, leven, groeien, rauw, ongekookt, student
LAIS CLXXII

Op het oude pad van de afwezigheid
LAIS CLXXI

Die liederen herinneren het eraan
LAIS CLXX

Nu in duizend ongedane daden
shāo: weinig, minder, missen, ophouden, zelden
LAIS CLXIX

Op het einde van haar stralen, waar tijd
duō: veel, vaak, veelvuldig, meer, bovenmaats, buitenmatig, in welke mate, veel-
LAIS CLXVIII

Asgrauw de bladeren, de bloemenhun rot op aarde braken en takkente kandelaren staan op de doemente wachten, de lijken, het inhakkenvan woord in vlees. Nijdig zij tandakken.Gelaatloos de ware staat op het groeienhaar klemmen te plaatsen en haar boeienstrak rond tere enkels en de strot te slaan.De vloek ruist in ’t schrikbarende loeienvan rouw om […]
zang ontstaat waar jouw gelaat
de lucht met liefde heeft geraakt
yī: kleding – kleden, dragen, aandoen
LAIS CLXVII

Golflagen licht gestaag hun koplampen
fēi: vliegen
LAIS CLXVI

’t Sprong weg van haar, wat in haar ogen hing
qì: lucht, gas, kwaad(heid), ergeren, geur, weer, vitale energie, Qi
lái : komen, arriveren, bijkomen, sinds, volgende
shēng: geboren worden, baren, leven, groeien, rauw, ongekookt, student
LAIS CLXIII

Het legt de hand zoekende in haar hand
suì: variant van 歲|岁[sui4], jaar, leeftijd,soortnaam voor jaren (leeftijd) jaar, kalenderjaar (van oogsten)
LAIS CLXII

Het mist zichzelf meer dan het haar bemint
wō: ik, mij, mijn
LAIS CLXI
Het is er, en dat is een obstakel
Na de noodvan ’t wilderazen speelt debehoeft’ge storm zijn binnenpret in mij. invoer: 登科后 – After Passing Exams – http://tangshi.tuxfamily.org/mengjiao/mj132.html hòu: keizerin, koningin – achter, na, achterkant, nadien, later – eigennaam Hou
LAIS CLX
De avond valt. De wolken bulken zwart
lī: lijn, binnenste, binnen, intern, ook geschreven als 裏|里[li3]
Li: eigennaam Li
LAIS CLIX
Met onyx bezet de zwiepstaart afschuift
tīng: luisteren, horen, gehoorzamen, blik (leenwoord van Eng ’tin’), soortnaam voor drank in blik
LAIS CLVIII
Diep gefonkel in geheugensgroeven
shuō : spreken, zeggen, uitleggen, uitschelden, verwittigen, isme / theorie
LAIS CLVII
Vergeef het, schone, dat het even niet
kè: gast, bezoeker, klant
fēi : vliegen