kān: gadeslaan, bewaken, zorgen voor, bekijken
kàn: zien, kijken, lezen, bekijken, bezoeken, een bezoek brengen, overwegen, beschouwen als, zorgen voor, behandelen (een ziekte), afhangen van, voelen (dat), (na ww) ’s proberen, Pas op! (voor gevaar)
Categorie: Meng
shì: is zijn, ben, ja, zijn
jiàn: zien, ontmoeten, verschijnen, interviewen
zài: te, (zijn) in, bestaan, bezig zijn te, aanduiding voor een aan de gang zijnde handeling
kè: gast, bezoeker, klant
Iwatani kan mij niet helpen.Het water is vreemd, de bomen zijn vreemden het is winderig. Wind stroomt in de lucht.Er is geen grote golf. Het pad is moeilijk.De situatie is altijd anders. Het water uit het lied is niethet water dat uit de dieptevan het gebergte is gebroken:het is belangrijker. Deze wilde strategie is te […]
gāo: hoog, groot, boven het gemiddelde, luid, uw (eerbiedig)
shì: (be)kijken, aanschouwen, inspecteren
jī: (simpl. voor 幾) hoeveel, verschillende, enkele
jī: kleine tafel, bijna