L’Art est long et le Temps est court. dixit humus, slijm en steen, enwereldzieken uitgemergeld dansen.tot het lichaam niemand kwam,tot haar lichaam niemand komt. paradijselijk ijs barst openwaar een engel werd gevild.onrustbarend door de glazen steden krijtde antieke gil van vleugelnood. kort wellicht en pijnlijk is het schone voor de dood.
Categorie: asemisch
Rien n’embellit les murs de ce cloître odieux. happen als de goudvis die naar wolken loertschuddebollen als de duif die koerttot het lichaamskluwen openbarstte,tot haar lichaamskluwen openbarst. rust vervagend, drinkt zo zoetjes,oorlog onverhoeds in stulpen knippert,gulpt dan op en van hun schermen drifttot op kraaknet glas een bloedend klompje ligt. in korte scènes word wellicht […]
Le succube verdâtre et le rose lutin kruisweg in een kromhals : laait, verkilt of smelt de droogstoof in tot de lichaamsgrens vervaagde, tot haar lichaamsgrens vervaagt. armer blijft wie kundig draaitzijn lust en nijd tot stemmig grijs,dan hij die in zijn aarden bedtot dageraad naar zilver graaft. tekort aan dorst wellicht wordt nooit gelaafd.
Et vous, femmes, hélas! pâles comme des cierges eender licht door kathedralen als door ijs dat wellust ving, tot het lichaam mij bedaarde, tot haar lichaam mij bedaart. onbewogen zie ik strakke koordenvan haar ogen naar mijn dood:niet in cirkels boven dakenvliegen duif of meeuw of mus. tekort aan niets wellicht gebiedt de kus.
Envoie-toi bien loin de ces miasmes morbides; vel op derrie, roos in slijk, op vegen nacht een vaal gezicht tot het lichaam mij bekoorde, tot haar lichaam mij bekoort. vlees verhaalt de zeeën hoe het vocht vergaat in grond. bloemen dichten mij gedurig: doe ik mij sluitend in haar toe, tekort aan haar wellicht is […]
L’enfant désherité s’enivre de soleil een voetafdruk geluid in grint en maanlicht op de wagen viel tot haar lichaam zich weer sloot, tot haar lichaam zich weer sluit. kleur bedacht ik om het haar en om het vlak der ogen te betasten, warmte om het einde van mijn koude op haar poorten voelbaar stuk te […]
AFSCHRIFT
Het draagvlak zweeft, waarop jij mij omarmen wil: een web verderf, een bladerdek met in elk blad een nerf die met een knak zijn tak afvallig werd; een laagje daad, waaronder niets jouw ijle droom wil ankeren. Of weet je niet dat in luchtledigheid jouw liefde eender valt als lood? Ik adem en rond het […]
AVIS Argumentum : Hunc miseri tumulo ponentem corpora nati garrula limoso prospexit ab elice perdix et plausit pennis testataque gaudia cantu est (Ovidius, Metamorfosen VIII) Heropen hoe het niemand is en daal in cirkels af, stoot door het dorre vel en grijp naar wat twee vlinders van hun vlucht bewaren. Bol dan driemaal de zeven […]
II Er was verhevenheid die losgewaaid op marmer rustte: een waas in cirkelvorm, dor gras, of als het binnen was, de geur van hondenhaar indrukbaar tot een plaatje harde draad. Er was een zondvloed van al vluchtige en jij die haar getrouw het brood doormidden brak en heersers met de kruimels voedde. Maar niemand had […]