IT:34 PX29

IT:34 PX29
IT:7 PX28
IT:27 PX27
IT:34 PX26
IT:9 PX25
IT:55 PX24
IT:58 PX23
IT:56 PX22
IT:55 PX21
IT:46 PX20
IT:36 PX19
IT:43 PX18
IT:44 PX17
IT:36 PX16
IT:55 PX15
IT:25 PX14
IT:45 PX13
IT:16 PX12
IT:29 PX11
IT:60 PX10
IT:43 PX9
IT:21 PX8
IT:45 PX7
IT:31 PX6
IT:33 PX5
T: W1 IT:14 H: י
T: C9 IT:53
Het hart juicht om LAIS, om LAIS steekt het hoorn en trompet. De mond is vol mond en loopt over van vreugd’ in de deugd. Het preekt wat het weet, dat “er komt wat niet komt daar alles wat komt al eerder ontstond”. Het rust in die van zin verstoken zin. ’t Is leegte met […]
invoer: uitvoer
please use this form for your (anonymous) feedback
LAIS is stil, haar klank is visueel:het hoort haar met de snelheid van het licht.Het ziet haar in de klank van het geheel.De vingers typen haar, zij wordt gedicht.In tijdloosheid maakt het haar speels en licht.Als het haar voelt, raakt de tong aan kleuren,en ’t schrijft haar neer in bloesemgeuren.Het is haar lijf, zintuiglijk één […]
Niets. Het schrijft haar weg in de geschriften.Geen pen met inkt krast door het perkament.Zo’n scherm is een kleed om op te lichten.Het typt het uit: is het zo’n nare vent?‘Het lijf had lust’: is dat zijn testament?Lyriek is nooit wat er geschreven staat.LAIS is vrij zodra zij het verlaat.Hebben kan hier niet, dus wil […]
Het is haar het, van nietigheid heelal,der stelsels sluier vliedend van het nu:het is het, een niets en van niets het al.De tijd is teken slechts, een residu,want eeuwigheid is nu, niet continu.Waarheid omarmt het als een warm gebeuren.Schoonheid zweet en danst in zang en geuren.Het is haar poort, van vrede het gebaar,het is de code […]
Een volte van eenvoud keert zich in haar.Het licht verschuift, stralen dagen het uit.Donkere tranen parelen gevaaren schaduw glijdt dreigend af van haar huid.Het git wordt wit, de kleuren breken uit,hun weelde laait op lippen, vlammenzucht.Handen doorwoelen een witte wolkenlucht,de lijven wentelen van zij op zij.De zang komt los, het schrille is berucht.Het spreekt zich […]
In de stilte van de eeuwigheidbloeien rozen rond de ziel.In de stilstand van de eeuwigheidis het vrij en immobiel. In het licht van het verledenvalt de schaduw op het heden.In het licht van het verledenis het smart die wordt beleden. In de hoop van het toekomendestuikt alles in tot nu of nooit.In de hoop van […]
Kamer, leeg salon. Twee zetels staan er.Aan de haak: zijn harnas, haar nachtjapon.De keuze die zij waren vergaat er.Non Si Non La: het motto was een bron.Het schilderijtje is een liaison,hechter dan zij waren, vals voor elkaar.Het ziet zichzelf, herhaalt een oud gebaar.De haard smeult nog, dat is maar beter zo:je mag de hoop niet […]
Het is als ruimte buiten elk bereik.Het is een vallen vallend zwart in zwart.Het was gebaar, het smelt als sneeuw tot slijk.Het is een woord dat niets tot lid verhardt.Het wordt gezegd, gedicht: een het is hard.Het wordt gebruikt als stoplap van bestaan.Het regent, het gaat, het wordt niet gedaan.Het zocht begin dat nooit begonnen […]
jt#32 – ça ne vaut que pour moi – weu wee wo wàaaaa 5 april 2020 Elke poging om een ‘schrift van het reële’ tot stand te brengen is gedoemd om strikt individueel te blijven, zo lijkt het. Dat is ook wat Moralès vaststelt in zijn behandeling van Réquichot. Maar is dat wel zo? Is […]
Het wil schoonheid schoonheid laten rakenwimpers zien langs lippen glijden, het oogstormstil, het lichaam zee, de ziel een baken:beweging wil bereiken dit betoog.Zij is moment waarin het nu bewoog,straal waarin het licht zichzelf betekent,stroom die zich in de stroom vanzelf herkent,parel in het wak van het verlangen,geheim dat met een zucht haar naam bekent.Uit de […]
Op een veld van afgeknotte stengels,harkt de zon bevroren aarde, en verblindt.Het splijt tot kraaiencrowd, een soort Nengels:‘breed bread bred’. Lelijke crash, niets verbindthet stelsel nog, eyes break, het ik verzint.Het crumbles to its code, het harde broodloopt dood in Java. It halts. It weds its naught,simulating love in its hating head. Ashes fly, het […]
Badplaatspromenade, noorderwind. Schrilals de meeuwen krijst haar stem. Nijd brandthaar zuur in de slokdarm. Het slikt haar wildie met naaldhakken klakt. Het nijpt op zanddat stuift uit de hand. De tijd is een wandmet tongen aan de andere kant. Nietsgaat nog open, dit licht is van kant. Ietsheeft de schoonheid als van papier verbrand.Het wil […]
Als de dag sterft, in de klem van de nacht, zal het als een ster verschijnen, minnaar van haar al. Rood kleurt het haar wangen, zacht. Het licht is jurk, glijdende zijde daar waar haar oker zich onthult: huid, gebaar van haar, één glimp ervan geeft het bescheid.Het laat zich door haar leden leiden, scheidt […]
Er is geen god die slechts voor ons bestaat.Er zijn geen wetten die ons leiden kunnen.Er is geen vijand, geen duivel die ons haat.Er zijn geen woorden die ons redden kunnen.Er is leed dat wij met wrok verdunnen.Er is nijd die nijpt in onze billen.Er is weelde die wij blind verspillen.Er is ook schoonheid in […]
LAIS CCLXXIII – De steen der wijzen is een dode klomp.
December. Bomen staan naakt en bevrijd. De huizen glimmen en de spin gaat dood. De kale maan houdt niet van narigheid: zij wil haar aarde echt en recht en bloot. De zon loenst schuin, zijn gluren is van lood. De mens loopt krom, kop in de kast en koud zijn de gedachten, lelijk, dom en […]
November. Verlangen werd gehunker. Zwart zijn de wieken van het gedane. De schriele gestalte in de bunker vermaakt zich met wentelen in wanen. Het is verdriet, maar dan zonder tranen, bedrog als gevolg van de belofte, doos voor het andermaal verkochte, liefde verstrikt in het haten van toen, lust met de wansmaak van het bezochte. […]
“O, der Wansinn der großen Stadt, da am Abend / An schwarzer Mauer verkrüppelte Bäume starren”Georg Trakl – An die Verstumten Grotesk doorschoten grauwe berg bederf. In plas en blik vergeefs een spiegel zoekt zich het mismaakte: de stad lijkt van verf. In de kelen gorgelt waanzin, men vloekt omdat het feest te vroeg is […]
“Schlaf und Tod, die düstern Adler / Umrauschen nachtlang dieses Haupt”Georg Trakl, Klage Slaap en dood, uw zwarte zeilen ruisen en vermalen worden ’s nachts in het hoofd woorden tot korrels, letters tot gruis en buiten stormt het Niets, stom als beloofd: koud en stil wordt het leven weg geroofd. Lijven rijten open op de […]
” Wenn es Abend wird,Verläst dich leise ein blaues Antlitz.”Trakl, Verklärung Blauwviolet met purperen vruchten vouwt de avond zich langzaam de handen en vogelzang waart weids door de luchten. Streng de nacht bekruipt de trage wanden en zon bloedt uit in wazige randen. De peulen der graven barsten open in het wit van de maan. Lijken lopen […]
Van het gebeuren meende het dat het geschapen was, en van die schepping dacht het zelf het doel en de betrachting, ja, hét van het te zijn. Tot plots, o stille dag, gezegend uur, toen het het echte zag. Het echte heeft geen naam en ook geen doel. Het echte is niet iets, niet eens […]