Benodigd zijn: bloedinkt, papier en daarineen goed oog. Onder invloed van het witstolt het opgekloptegebeuren. Kluts er desnoods wat waarheiddoor, maar het moetwel glad en diafaan. Onderaan dichtplakkenmet het zwart van jelongen. Koel serveren onder voorbehouden (noblesse oblige)een glazen stolp. inputtekst (1993):
Categorie: asemic reading
lemmet
zilver draaiend blonk het rond het ijlevan je greep. het viel en zonk de weide in. het heft was weg, verrot. wat het inhieldhad geen angst, het kon zich zomaar weerin je hand leggen. begrip is relatief. snee: is het bloed dat nu gestold de snedetekent, of tekent het in de grondgestokene de zwarte lijn? […]
Het opgespannen doekwordt grijs en zwaar van de dauwboven de pratende hoofden. Haar toegewijd reikt je handen raakt niet haar,maar zich in onmacht rekkendehet doek en van de verdonkerde lucht glijdt op voorspraak der godenin je handpalmde druppel vocht, dat breekt het licht en op haar bovenlipstaat even zilverals de omkartelde wolk jouw daghet kussen […]
LAIS XXXI
Het feit alleen dat zo de wereld ziet,zijn dode god is lomp, zwaar geboddat zompig zinkt, vastheid biedt het niet.‘t Bestierend woord bederft van wil totslijm en sliert, klonters existentierot. Dit schrijven nu dat het doorboortdeelt het iets uit dat het niet toebehoort,verschrijft zijn liefde tot geschiedenis.Uw lezen maakt het dan gekozen poortvan niets daarvan tot […]
LAIS XXX
De stank van god is niet te harden nuzijn rottend lijf geheel de aarde dekt.Wie van hem spreekt, spreekt stil en ambigualsof men nog zijn dood in twijfel trektterwijl het rot zich zichtbaar toch voltrekt.Soms gaan er ook stemmen op dat zijn Zijn toch niet zo zinloos kan gestorven zijn.Misschien is Geest nu Vader van […]
LAIS XXIX
Zwart glanst in azuur op wit verdwijnenwat van begin tot eind in eigen gitgeborgen blijft: spel van klare lijnendat betekent wat het zelf beschrijft: ditis wit gelezen zwart dat in haar zit. Gracieus wordt zij godin van schoonheiddie gaat leven als Het geloof belijdtgewoon door het bewegen te bekijkendat elk moment zijn ziel met haar verblijdt:als […]
LAIS XXVIII
Het eiland slinkt en zinkt: de vloed komt op,grijze meeuwen plonzen dood en de zeeis zomp en slop, de stank vult de kopmet alg en rot, een menigte zingt meemet meeuwen krijsend eigen stervenswee.Riolen gapen, geheel en al bevrijdvan lust en energie en wijd en zijdde stilte staat gebenedijd tot zijverschijnt en wonderlijk haar hand […]
LAIS XXVII
Alleen een hond kan schrijven dat ‘het schrijft’en zich verbeelden dat het een schrijven is,maar zelfs een vlugge schets daarvan verschrijftzichzelf tot wie de echte schrijver is:in wiens verbeelding nog schrijft ‘Het’ LAIS?Ben ik het niet die zich genomen weeten Het bedrogen drager van mijn leed?Blijft zij dan niet voor eeuwig buiten schotterwijl ik Het […]
B26
In laaiend vuur verworpenneemt het droge blad van lucht,vuur en aarde alle kleurenin zich op en zweeft. Het krult en weegt zich al krullende af. Een roos vergeelt tot tere lijntjeswaarin nog herfstzon trilt. Wit gebald wil een strakke handals van zijde het voelenvan de hand nog raken: van wieg tot grafwacht de mens vergeefs […]