De ogen staan kil, zij steken als stakenongenadig diep in ons en roerenom het trage gif van zijn haat, brakenzijn hang naar vuur in het lijf, en loerenop een kans om ons venijn te voeren. Drink alleen, dronkaard, toast op het gelijk:er komt voor u helaas geen vergelijk,er is niets meer aan te doen, het loopt […]
Categorie: gedicht van de dag
LAIS XXXIX
Altijd het kind beleeft de eeuwigheid:de plaats is zonder bodem rijk aan tijd,de tijd staat bol van onbereikbaarheid,er is een al dat naar het ene leidten elke klank is vanzelfsprekendheid.Ga weer, vervloekte, naar jouw herfstig bos,laat daar de woorden haat en liefde los. De late zon verkondigt vorst vannacht,zijn rood geeft hoge bomen al een blos:de dood […]
LAIS XXXVIII
voor a.c. In rimpels op het donk’re vlak verzonkin een spiraal en elegante zinhet maansatijn, dat waterzuchten dronk,en broos: het was de wilde roos te min.Het kelkdiep lonkte nog met naakte zin,vingers in vingers roerden òm het goud,adem omademde de adem oud,prehumane hunker huisde in de keel:ontpopt zij sloeg satijnen vleugels koudin vlammenstreling zwart rondom […]
LAIS XXXV
Geef ons dan ’t wereldeinde maar, wantdat einde kwelt uw wereld in uw hand.Het doel van zee is waar ons zeilen strandt,en dat van rede waanzin, liefdesbrand.Dat dansen wij, dat tetragram houdt stand.Wij kregen niets van ’t eindeloze:ons is de dood, en schoon is het broze.Dus schrap maar onze namen uit uw nijd,Klootzak, wij hebben […]
LAIS XXXIV
Er is geen plaats en geen omgeving nu,een hand heeft haar bestemming aangeraakt,geen overweging, beweging continu,liplezende lippen, en tijd die kraakt:‘pijn is een bliksem die in d’ hem’len haakt’. In de lust wordt een glinsteren onstoken,vonken van de sterren afgebroken,en al het zwart wil in zichzelf vergaan. ‘Zij is vergeefs in zijn bestaan ontloken:hij ziet de honing wel […]
LAIS XXXIII
Er is geen tijd: er is slechts bruisen hier,een schicht verdurende verbondenheid,opgelost in licht. Handen in ’t pleziergezet kneden de klompen zaligheidtot lijfsgebaren van de innigheid.Haar straal is innerlijke schitteringdie het duister lost, vertederingvan harde weigering die welig dektde aarde met haar overwoekering:de hemel wordt er klaar in uitgestrekt. inputtekst (2011)
LAIS XXXII
Er is geen plaats, er is geen tijd, er isbewegen in en om en naast elkaar.Trilling, kering, weerstand, hysteresis:bewegen gaat vooraf aan hier of daaren wegen worden pas bewegend klaar. Trajecten kruisen wel maar nooit net nuen nu vergaat ook steeds van hier naar u.Geen ene lijn gaat ooit van A naar Bniets is ooit nog wat het is, […]
sueña loop #1
droom () kom tot inkeerdoe de afloopverklaar je naderschroef het vaststrik de droefte: //spuw in afkeer//start de omloop//ontken de laster //schroef het vaster//open de doos. het komt dichteraah.
verklaring
de zanger zingt omdat hij zich benepen weeten haartjes van de haatvoelt samenklitten, daar. de zanger zingt omdathem niets geleerd werdbetreffende zijn ondergang. de zanger zingt omdathij van de zang de woordenkent, het karige refrein. de zanger zingt omdathij toch met iets datwarme lijfje binnen wil. de zanger zingt omdaten zij zingt mee daarom.
afloop
het ene gaat weerop in angst (op in angst)het andere gaat weerheen in vrede (heen in vrede). het bekende zoekthet bekende in decontouren vanhet bekende. tussen de lamentaties dooropent zich op gezette tijdende muil waarin gorgelt de afloop van het enein het andere enhet sop van het anderein het ene. inputtekst
inkeer
bij gebrek aan stilstandproppen wij de natte vodvan het gebeuren in het gatvan de gedachten. de monden prevelengebeden om stiltetot ook dat streven sterften alle lust tot nijd verrot. de lippen persen slechtsde lippen op de lippentot strakke lijnen ( α, β, Er). de barst in het zwijgenverdwijntin het zwijgen, degewijzigde weigeringsmelt in degeweigerde wijziging. inputtekst […]
hier. Het duister met haar kleffe handen slaat de kleffe armen om het lijf. Alarm. Het schuiven schokt, het is discreet, er zit staccato in het rot. Het heeft niet veel. Het tokkelt op de al te felgespannen snaren van de tijd. Het braakt er. Er braakt het. Giraffen schuren hun hals in een donkergroene […]
de klasse Het
Hoe het ook zij, zegt het, zo is het en het wijst zich aan waar het niet is. Het is me wat: het noemt zich je van het maar heeft geen naam, het gaat vooruit tot het er is, maar waar is het? vergeet het maar, we zijn het kwijt. Het is goed en het […]
ontkennend
Het lichaam nietis de gevangenis,het zijn de woordeneerst die er toe doen. Ze slikken nijdig in het strelen strelen inen dan hun tong enin de mond de mond. Ze sluiten aan hun puntde dromen af en staandan klaar met dadenwaar geen mens om vroeg. Woorden rukken opzodra het zingen stoptmet schuren aan destekels van de […]
De luchten klinken zich tot klanken om.De klanken vluchten laf de woorden in.Het stof stuift uit de dode boeken. Genoeg. Ik doe het licht aan als het uit is.Ik doe het licht uit als het aan is. Ik doe het kleed uit dat je draagt.Ik los de vraag op in jouw blik.Ik duw de zwaarte […]
Hij dichtte het lek waardoor het levenslicht verliep.Hij rukte het raderwerk van plichten uit jouw hoofd.Hij gleed door grotten van de droefte naar de dood,Hij doofde vuren die de angst vertoonden op gezichten. Hij bracht de hartslag van de sterren telkens weer op gang.Hij schepte slijk in vorm en wreef de vormen om tot brons.Hij […]
Zij murwt haar stralen in de plooien van de hel.Zij smeedt de kilte in het woeden van haar nacht.Zij scherpt haar vragen aan de snede van zijn zwaard.Zij stoot zijn woorden af als korsten op haar pracht. Zij schatert om de bonte schimmels van de nijd.Zij maalt de onmin smalend om tot min en mond.Zij […]
“Woorden, ze deugen niet” Herlinda Vekemans, Herhaald onderwerp, in Buiging ISBN 90-5655-283-X U bent het Ene, Oorzaak, Middel en het Al.U zegt mij van uw Wet het rijmen aan en uw Verhaal.U doet de muze af als vrouw en mij als haar vazal.U buigt elk zwijgen om tot einde van uw Taal. U zuigt het […]
Harusmuze #379

het is wat het was voor het geweest is
Jij bent afwezig als een veld van ongebruikt geheugen.Jij bent een al met niets nog opgevuld en vlak en leeg.Jij zet het afgedane op als initiële boord van het verlangen.Ik schrijf jou neer en af om jou te zien en wil dan meer. Jij zuigt mijn woorden aan en gomt werktuiglijk alles uit.Jij breekt het […]
de klasse Ik
Ik ben het doorgeefluik van jouw verlangen.Ik heb jouw lichaam in de letters van mijn geest gevangen.Ik laat jou reddeloos en vochtig in je leven hangenen jij verhardt weldra tot rijm in mijn gezangen. Ik zie jouw takken, hoor de laag verdorven liefdespraat.Ik zie het witte blinken in jouw roodomrande haat.Ik draai de poorten op […]
fataal
Verdwijnt het nietals jij mij ziet? Bloedt mijn blik nietin jouw lege wereld uit,smelt mijn hand niet in jouw hand, mijn vingers samenmet de jouwe tot een klomp,als jij mij roept, mij raakt? Ik sta ommuurd als jijdoor eender traliewerken geef er slaafs bevelen doordie ik spartaans van haarontving : verwijt ons niet,vertel mij niet […]
Wonderbaarlijk noem jehoe haar stem mij vangten ik uit haar versleeptbij jou alsnog bevlogenkronkels maak. Betoverend vind jeelk gebaar dat ikvan haar op jou verhaalen hoe jouw lijf in elkestreling past. Zaligmakend heet hetals ik in jou krul,jouw tongen vurig liken al gods heerlijkhedenuit je dwing. Vergis je niet in mij,mijn lieveling : jijkreeg van […]
Haar zotskap op en dansend in mijn handen,aan stok en draden hangende is zij de heks.Bovenwerelds stom ben ik haar toegewijd.Ik, die graag de kinderen hun gieren gun, leg nauwgezet met elke grimas, wentelingof kronkelpas een onverzettelijke haatin haar luchtig stoffen ledematen, in haar gelaat van zwart doorgroefd genot. Met weerzin en met liefde in […]
voor a.s. er is geen tijden niets staat ons te wachten.er is geen bedwaarop mijn naam geschreven staat, maar dagelijks is jouw schoonheid krijtendop mijn zwartgeblakerd land een toverzang,geborgen klank van zilversnaren,handen, dansend, die mijn talen breken en klakkeloosvan liefde spreken alsof geen wervelstormons in die oogwenk ooit nog raken kon. inputtekst
Sla je zomerrokje om je badpakslipen sluip druipend weg van ’t strandmet je natte tenen op het wegelzand.Toeter tonen met getuite lippen, klakverwachtingsvol je tongetje en repje billen in het ritme van een deuntjedat je dapper maakt en los van zeden. Berg je tijdig voor des donders droeve buldering. Haak je natte bloesje aan een […]
Was je als het lelieblaadjedat ik onder handen had,een vale rest die moeilijkvan de vingers ging? Was je zacht als dit graste zeer tijdelijk een malvan tederheid en liep je drassig over op de grond ? Was je als een vlinder beterver van mij gebleven toen,van een toekomst die niet ikmaar mij in handen had […]
Verheerlijking, onaangeroerd. Nietsbewegen tot een laag straaltje zonjouw stem openbreekt, glaswollig roosjouw tere zucht uit nachtblauw stulpt. Dat ik je aanleun dan, eetvan je adem, zout van je halslik en wellicht de dag langmet die klemvaste dreun van me jij roep, je naam? Dat ik je neemtot je trilt als een riet in de wind,tot je […]
Blijf bij mij, verdrijf haar niet:ik zal omstandig strelenheel jouw huid en in jouw broosheidteder stromen wekken tot jetrilt en als je rilt de koude angstonmiddellijk verbrijzelen, restjespijn secuur uit groeven vijlentot haar vlies jouw lichaam dekt enin jouw mond haar ijle zingen ’t vlammen van jouw vreugde likt. Blijf mij bij, verlaat haar niet:ik […]
Niet eens beweegt haar hand. Het linkerkinderwagenwieltjewaar een slag aan zat, had zich voor twee maandenin het voetpad klem gereden : haar vloek klonk simultaan met mijn geslaakte zucht. Scherp licht stak uit haar blouseen brak in de wolken boven mijeen regen aan van weken. Dag na dag en uur na uurzag ik in haar […]
maritiem
kom, Astrée en berg nu blozend maarjouw sterrenogen in hun kastje,gooi onachtzaam al jouw linnenaan de haak, pulk dat strakke koordjevan je haardot los, ensnoer jouw leegterond het mastje dat ik maak. inputtekst (uit ‘101 Eigentijdse Aanroepingen van de Muze’)
Leef je dagje, zweveteefje, want ik kleef je lieve lijfje aan als aarde ’s nachts aan lucht. Drink je wijntje, fuivetrijntje want ik zwelg je klanken tot het barst en knarst van stille pijn. Lik je ijsje, snoepedoosje, want ik kauw je zinnen tot het bloedt uit bleke blaadjes roos. Lach je lachje, linkepinkje, want […]
Kathaars Ik zocht de bloem die in haarcirkel brandde (haar naamis uit elk boek geschrapt).Een tempel heeft ze niet ;ze blijft soms even in profielop wit berijmde ramen staan,om dan in ’t ongezien te verdwijnen. Waarheid is onhoudbaaren dat wil men niet. Zij is wellicht sinds langin walm en kreten opgegaanen wat de kerksteen ademtvan […]
Unheimliche, van wrok verkrampte teef,misnoegde enkelinge, van elke zinonterfde, hoogbejaarde slet, jij,die van je knekelhuis de grondverspeelde en mekkert nu, je lot bejammert, jij, die nu je veer is afgewondennaar je doden lonkt met open monden pruilt omdat je bij de gratieleven moet van opgeklopt verbeeldverlangen, vlees dat rot je lijf bespot : komt nader, […]
Ik, nu ik staar : de werelddraait mij los van jouen bij god verdomd in gebreke. Het licht puft mufdoor de gordijnen,de dag hoeft nietzo nodig. Baaldag. Jij, nu je slaapt : de wereldis jou glad ontgaan, nergensaan jou is er iets mislukt. Het geluk is injouw dromen, jijbent zonneklaar. inputtekst
antiklerikaal
Vergelijk mij musicerendin uw kille kelders nietmet hem wiens aanschijn ikbij u verwek. Omschrijf mij niet, verspreek geen naamaan mij, verzwijg mij, nu ikplakken vochtig pleistervan uw muren zing,hoe ik sprekend op hem lijk, hemevenaar, zijn stem herhaal, zijnvingerzetting slaafs dezelfdeblauwe steen van u inkras. Hou mij, nu ik stil, in spanninghaast, de rotte treden […]
Veronachtzaam mij, ik heb mijzelfte ijl om jou ontsponnen, benals herfstlicht, nu jouw haartooi schittert,louter vanzelfsprekendheid, luchtdie in jouw adem adem streelt. Lig roerloos dan, vergeet mij slapendenu ik jouw slapende het aarzelen vergeef.Laat mij schoonheids onaantastbaarhedenals een laken om jouw schouders slaan,laat niets van mij nog in jouw dromen heel. Ontwaak dan straks totaal […]
kom,opdat jouw nijd mij vinden zou,jouw leegte zuigen, hongerstillend die mijn wellust laaft; kus,opdat jouw tong mij laken zou,de maden likken, een slangdie krakend kevers in mij slikt; knijp,opdat jouw hand mij wurgen zou,jouw vingers scherp gebeentedat nagels in mijn zweren perst; brand,opdat jouw haat mij branden zou,mijn roet verstrooien, vuurdat vretend al mijn stof […]
ambachtelijk

het hield de wereld in een boog van staalom haar gespannen. het duurde niet langof het nam geschuifel waar : een veteraanviel snuivend met zijn stok het bouwsel aan. het liet haar naam in zware letters staan :de regen trok de muur in strepen kromen bij het vallen van een halve a, kwam eizo na […]
b37 – b38 – b122
Ismaël, die de tweespaltin het glas benoemde dat brak,en Dido met een knal verrezenverzwegen niet het verraad de nieuwste marteldood in vuurvan de Mohikaan op het braaklanden wat er nog zoal gebeuren kon,kan onder het oranje zeil, in de tent in de tuin ondereen met rode huid en klauwteenafgedwongen zomerzon,de lezing en de feiten, het […]
b110
dat ook de aangeschotenleeuwerik zich voor de helftdoor de snellere kogelweggevreten weet en uit de lucht laat vallen. hoe graag je ook het rotin de bedding onder de stenen zou willen murwen. het is voor mensen niet zo goeddat alles wordt zoals zij wensen. inputtekst (2005-2017)
b124
het paard, dravend op een heuvelrugje roze hand voor de zonde harde suiker op peperkoekhet knauwen in je maagvan zure, droge wijnhet vlees dat walmtvan sterfte vuur en kruidende geur van zeep en huid inde plooi in jurken van katoentrompetgeschal met kinderkoorde klik-klak van hun pasafgemeten in de lege haleen verzwegen wens verborgenin de verdrongen […]
b48
duid nu op de vingertopdie in de folie druktmet rode stift het oogpunt aan, waar plaats en tijd precieseen uitspraak lang en voorhet blijken der wetmatigheid ruimschoots voldoendetot stilstand komen, zichin elkaar lijken te vinden. stoot dan fors door en spreektot het ontzette halfrond : beoogt zo met name hetleven, brengt ons snellerde dood. inputtekst […]
b60 – b32
Een trede lager is het beeld,versluierd in de geurvan zachte zeep en lijf, het glijden over het chroomvan de leuning, de opwaartszwevend neergelatenslanke hand een oogwenk hangende,verscherpt door een plotse invalvan licht op de leuningvan het soortdat zich niet noemen laatof van de god de naam wil dragen, stokt en dreigt danje in je val, het in je haastternauwernood de rand aantippenvan de treden die je lieveroverslaat, te vellen,je als een kattenjong ter doodop de blauw gevlamde steente laten smakken van de inkomhal,waar het zich baldeen wonderlijk tot de woordenontplooide : de weg omhoog, omlaag,is één en dezelfde. inputtekst (2009) -HERAKLEITOS fragmenten 22b32 en 22b60
b55
tingeling van dingen zo floepen de schermen aan en opals poezenoortjes richten zich de letters naar hun klank.het geweten pompt zich om, het vliegwiel ik verliest zich in een zee van commentaar. oesters liggen nooit erg lang op de tip van de tong. dit zondagskind werd monden oog en vondeling: een stem verparelt korrels haatmet […]
uitgezonderd net vandaag altijd: de voordracht die zichzelfvoorstelt, als viel er nergens vanmaar telkens weer op zwart satijn de traagste zilverdwarrelinggeurend naar extase uit het onopengesneden album van de doodshoofdvlinder. zorg maar dat je gedwee de wind verzwelgendalle ramen opendraait, de wagenvan zijn kracht ontkoppelt, delampen dooft en in de weide glijdthet onbegrensde zwarte dat […]
Harusmuze #347

347 – mensen kiezen steeds voor wat zij kennen
ademgesel, liefdesklank die zinnenstrelend schorre kelen openspert en kil de diepst geborgen droogte op de natte lippen legt. tomeloos brandende halm, die krult op het veld voor je ogen net voor het opgaat in de vlam. vrees dat je van haar beroofd onder lakens graaien moetnaar wat je nooit kan raken. spreuk, die na die […]
b84a
Het span trekt de kar.Op de top briesen paarden.De kar duwt het span. inputtekst 1994 – Herakleitos fragment b84a
a0
vertrekken uit het eensklapstoegeslagen donkertoont het wat het toont aan hetdat net een vorm van wegontwaarde, op het punt staat te dalen,zich bij de dalendenop te houden en zie : de weg is weg ( zo wordt evenminde as aanzien, eerder nog de ruimte draaiende achter het stilstaande karrenwiel ). inputtekst 1994