Oetoen plukt de bloem Het Oog ziet neer en meer. Het Hart is blind en weet zich door het ziende onbemind. Oetoen plukt de bloem. Huilen kan ze niet maar voel het droeve dreunen, zie in het witte kronkelen van honderden larven de diepe vaste kronkel waarop zij valt, waarop zij viel, waarop zij vallen […]
Categorie: gedicht van de dag
Onrust De aarde blaast kattig, het water wil aftochten. Vuur verklaart stormachtig het sterven aan het blauwzwarte uiteinde van windstoten. Bloedrood de wolken trekken zich in afschuw van het ondermaanse af. De hemelbesmeurde schuift nerveus met haar dreigende limousines op de straat onderaan. Het duister donkert nog, het woelen wakkert verder het woelen aan. […]
genesis (erratum)
De Wereldslang De Wereldslang tierelierde in Den Gouden Hof. Het was daar warm en voor de slang heel tof. De slang mocht vele slangenlijfjes dragen die in het gras te zingen en te blinken lagen. Toen kwam Adam en die nam de slang te pas en trok hem aan als stoere toverstaf. Dat was – […]
goede voornemens
Ik zal het lege gele bootje zijn dat dobbert dobbert dobbert dobbert in het grote meer. De dode oevers zal ik droevig laten. De weidse verte weids en ver en ook de grashalmen kunnen wel, ja, die halmen kunnen wel. Ik zal het gele lege bootje zijn dat dobbert dobbert dobbert dobbert in het […]
BREUGELS
BREUGELS hoor je door het kromtakken van denk ik vergilius de trage nijd zoals enkel bomen kunnen boomdulden onder de bomen in het bos? voel je hoe de treurnis haar bekraterde gestalte aankrabt? kan je de g*dsnaam al kontploffen? vraag je wel tijdig om een smeltbakje nu je hart gesmolten is? de dichter, beste […]
> Het Pad van de Wenende Nacht, een theatrale supersaga naar het Zangezi-recept van V. Chlebnikov VLAK 11 – sterfscene 451/3 – izeganz bekent zich marsyaans aan de muze […] al het grove hebben we al: wat hen uitstraalt bedekt mij wat hen opjaagt & jent het stroopt mij in en bedruipt mij de walg […]
natte kerstdroom
korzelig de zalmscheutige mens in zijn bedding breekt en bonkt zich het broze beenaderarmige op de bonk- en breekstuurkolom onderweg naar ikea (o ronkende bromt in het dolhoofd de boertige trom), en haalt dan met imponerende stevigheid de hebberige kindertengels van het lichamelijk voelbare tankbeurten af – ting ting ping morst al de slangentangteller, de […]
vroegte
De straten garen wit. Wie staat er nog op vanonder dit doodsvette dekbed? Kloek, hanig, oorlogsvaardig, zegezeker zoals bazen die hun knechten de oren afrukken? Een zin zeist maar zie: uit het niets bloedt het niets uit in niets, ongezien. Bij elke zeven rijdt er een wagentje voorbij, dan kan je instappen. Dat is […]
de dingen veranderen Op een dag duurde het niet zo lang meer dat ik dromende ik was zoals u mij kent, lieve glijzieke beschubde, en vervolgens dat ik een mini-slang was die in huidplooien als in verse lakens glijdende was, de wasmiddelgeurtjes van het linnen in mij opnemend. Maar: ‘dit kan niet’, dacht ik dan, […]