II Je zit op een terras de zingende randen van de maan te bevingeren en zij ze komt en ze gooit al je cellen open, de alka-zelster streept met haar suikerbuik haar sierschouder haar hees brekende zucht haar met kinderverdriet ingezeept stemmetje jouw verbitterde lichaam uit in bloedlijnen dof klonterstof. Druppel ik druppel je. Hond […]
Categorie: gedicht van de dag
“In den tiden dat die rosentounen manech scone blat” Heinric van Veldeke zoek maar peren gij aan beukebomenzoek maar in de afslagbak uw schone voddenzoek maar lijven om te strijken in uw mandpak maar gij, eender waar uw holle darm naar snakt. het kotst zichzelf wel uit een venstergoothet brandt wel op in ademnoodhet rijdt […]
gij
Kom. Kom hier gij. Zit. Hier ben ik, een hemd. Trek mij aan. Uit. Voel je het? Nee? [slaat] En nu? Hè? [slaat] Nog niet? Hè? Hè? Het is heet, pokkeheet is het en ge ziet een zwembad, het dampt in de hitte en het lonkt met de koelte van koel water maar op het […]
feestzorgen
Het kleed scheurt. De melk is koud.Er staat een olifant in de veranda.Er is op tijd niets hier en niemand daar. Jij zet jouw hoofd nog eens met mij en alerin als koopje in de krant. Jouw muizenissenmaken wegen Romeloos en misselijk van kant.
kelder
In de kelder zijn er de gevaren: hier ligt een roestende nagel, daar de dode hertog in zijn graf. Wij duiden alles aan, maar niemand wil nog de kaarten lezen. Natte wensen druipen donker van de muren af.
scène: twee van de drie zonnen zijn reeds zwart gezonken, gespietst door een speer van de nijdige otterkinders de derde laat zich met de maan een traan spiegelen, een ijle echo van het rouwlicht om haar dode zusters vandaag bespreken we het uitstallen van de waren. neem waar bijvoorbeeld: dogmatiek van verzilverende waaihaar potjesgrond voor […]
de glaslink
Booischot 1969. De zon hangt in de haag, zijn speeksel druipt en glinstert. Het witte linnen kraakt strak rond mijn stekkenbenen. Ik maak ik. Vóór de mensen was er enkel lucht, blauwe lucht met meikevers overal. Een fossiel is het woord solfer, zo zonder lucifers, de geur is weg uit de ruitjes van Union […]
hadith van de maan
(4/4 bij een schilderij van Ilse Derden) wij zijn verzwolgen al maar golven golven na wij waren golvend licht ooit in de volle dagen wij waren golven wij van wijde werelden weerga en van diepe harmonieën uitdeinende galm wij waren golven wij, winnaars in de kunst van falen wij waren golven wij, hoeders van de […]
vloed
(3/4 bij een schilderij van i.derden.) Het schrapen kriebelt in de keelwand. Het schrapen vlokt aan tot vette kraai. Aan prikkeldraad de stem bloedt open, licht het rotte op, verlucht. De stem is. Het staande heeft het weer van ons gewonnen. Ik eindig in een punt, nietig, in een puntig ik. Einde. De stem heeft […]