O jeugdige Vorstin, hoe staat het met uw korenakker?De mieren minnen mij, maar sterren zien hoe zij zichKrachteloos zong. Hoe stil, hoe doodstil is ’t gesakkerNu de etsnaald kribbig in’t hout en in’t koper geweldig De hardheid staand’ houdt om haar barre woorden ? Het gafHaar glans en deed zijn plicht. Wie haar bezit, haar zichVerworven […]
Categorie: gedicht van de dag
consultatie
Per fixatie de waanzin wordt rede en brekende de korst op eerder berekende golven het lalala van discalculatie. Dat jij dan je slijmen besnottert, jouw gekte gaat kneden, en bakken en stapelt in stock? Zo ook gelijklopend de rede stormt in je waanzin en kristalliseert de excessen tot sintels van gekte in beelden perfectie van […]
canzone
Canzone bruta e antica per Luciana op de wijze van ‘“osemm’ èt ossara wêrge snokvannach” Ay sorores ay sey tres malin, ten es nie bien! en ’t giet mi duvescheet ’n al den huge hemel uut me gal tij boenkende: clamor cordis cordis clamor luciana venus napoliensis ‘k wou da’k ielegans in a wor […]
A met vlammende melkadersbewasemd door grafademin zweefmonden vol tonggolvenin volle zaadstulp prevelt de bulkende lente: “ach juffrouw, de heilzang, weet je, gaat bij sluitingspijn in de stemspleten toch zo knellen” het hert HMS Spanningsberger veel te jong in de sterfspijlen beland afwaarts in de tranenvloed eenogig blijft de dijen bekoren de dijen bekronen de dijen bekreunen likken de […]
Het remmen schoot door alles heen: de weg was van behangpapier, het ogenblik modder, het licht ziek en wij waren weg: jij op jouw pad weg en op mijn pad ik. Het boek baalde kleverig en zo dik dat je blad na blad eruit moest scheuren. Hier, zei je, neem deel aan ons gebeuren. De […]
Kermisgrijpers tussen afgerukte delen zoeken onvindbare ogen uit te wrijven. De mond maakt drukte, kernwoorden krom in de keer verbogen roesten groezelig op tongen. Togen waarop glazen de dromen al klaren drijven de geest tot drieste gebaren: ‘iets toch, iets toch’, zo tremt het bibberlijf. Iets dan daartoe besluit tot vergaren van munten voor ’t meewarig […]
Het lichaam rilt. Het is niet koud. De klank is op (importeer een nieuw bestand?). Ik kom in beeld, het gezicht is grauw. De drank staat af, het licht is oud licht, traag en dik. De vloer hoest vlekken zwart op als ik slik. Kom nou, doe het mondje maar goed open, breng een vinger […]
De katten zijn onrustig, er is niets te eten, de hand die hen wou strelen slaat. Een kraai schiet als een schaduw van iets langs het raam. De bomen buiten stelen hun leugens van elders, met zovelen zijn ze, de woorden, en ze vallen aan. De vloer kraakt, een stoel schuift, het scherm floept aan. […]
I Een hand grijpt naar het vallen van regen in regen, begrijpt dat het een hand is die het vallen voelen wil van regen. In het haar krabt iets dat wat anders is, een zich dat zowel hand als geen hand is en het hoofd dat eerder mond is of tand, schudt nee, vraagt zich […]