IV. Minos brult en brengt zijn val in kaart,hij stoot zich lachend het bloedin cirkels uit: zijn hoon is wet,zijn stank het deken op je bed. Hij noemt het zoon: ‘Mijn zoon, haar lijf lokt dood in elke toonaard aan’.De hand die om de laatste veereen touwtje snoert, trilt, verraadtdat niets in hem het nog […]
Categorie: gedicht van de dag
III Want waar het dolend tussen prisma’s herfstzon tegen meubilair aanliep en nagelstof verdiept in boenwas trof en pijltjes blond dat rond een glas haar schijn van daar te zijn in glans die uit de handen gleed, ontbond, ontstond in stilte ’s nachts de brand, en waar er ’t razen was van de lome reus […]
II. Haar zang ligt in die steen begraven : de melopee die dalend tot haar stille pit, voldragen uit haar vilten nacht jouw kille land ingleed, brak bevend op jouw zwijgen af, verglaasde bij je adem, viel in scherven uit wat eens een blauwdruk leek maar samentrok tot van dit oord de guurste donderkop. Op […]
KRETA Argumentum : Daedalus interea Creten longumque perosus exilium tactusque loci natalis amore clausus erat pelago (Ovid. M. VIII). I Een klokkentoren trekt zich aan afwezig brons de hoogte in. De windhaan kriept het duren uit en slaakt de tijd die wereldwijd zichzelf verzet. Het landschap in haar schijn komt hedennacht de uitgezette lijnen niet […]
tunnelvision
Een mondvol spuug en bloed dat kelderkil een tel zijn kin aankleeft, glinsterend oplaait in een streep Napolitaanse zon: felst bevochten landkaart is zijn avondmaal dat even van zijn zwartop dode bleekte, te dun gezaaidesliertenbaard niet scheiden wil. Ikheb geen land en bovenal, sprak hij terwijl il Duce al de gal van’t vaderleed in toorn […]
RIGORISME
In vreze van larven die traag het ebbenhout tot weerloos stof vermalen, wanhopig om regen die de hete twijfel voor de vraag van antwoord dient, rillend om warmte die het geroofde ei gaaf de grauwste bek uitstoot, kokhalzend het leven aanbeden als de dood voor aalgladde dageraadswoorden.
De dag kwam aande dag die aan de dag kwam als de aangekomen dag : een bloemknop openbrak(in bloei gebroken dag) die hoopvol open knoopte, brak en liggend daar zichzelf met bloem in bloei verblijddeop de aangekomen dag,dacht zij, die zij was : bloemin hem die in haar bloei vergaande was (zo verde bloei reikt, […]
Het opgespannen doekwordt grijs en zwaar van de dauwboven de pratende hoofden. Haar toegewijd reikt jouw handen raakt niet haar,maar zich in onmacht rekkendehet doek en van de donkerrode lucht op voorspraak van goden beducht,glijdt in je palmen breekt de druppel vochthaar toe en op haar bovenlip staat even zilverals een omkartelde wolk de daghet […]
Een duimbreed telkens schuift heel wit het schip de kustlijn af en aan van Nazaré. Haar voorbeeldig getaande huid is door het blauw boven de duin zo scherp omtekend dat het afdrukbaar is, op de gekende tegels bijvoorbeeld waar hetzelfde blauw dit land is ingebakken en zich onder glazuur van aanraking onthoudt. Snel, besef je, […]