Ik lees haar het boek dag na dag, herstel onder het stof de rollen, restaureer minutieus mijn matière, verbonden met de laagheid van dit land. Ik wikkel mij methodisch af, doe laag na laag kwabben uit de doeken. Ik breek mij af tot ik verstaanbaarheid bereik. Ik stel teleur en mij ten toon ik tel […]
Categorie: gedicht van de dag
beeldhouwwerk
mal. slierten stof en slijmverharden in de rode jurk.het haar deint uit in wolken. haar tijd spat uit de adersop mijn hand, zij snijdtde rozen in mijn adem open. het kolkt en stokt, zie het lidde lijven binnendringen, golvenslaan de staande rotsen aan. voortgang is er niet, het schoktvan kwaad naar erger. vuurversteent, het water […]
geduld
orgelpunt op een glasrand:het kraakt zijn ogen binnen, breekthem op, en alle zuurtjes zingen zoet haar tingeling, van hoe hij ooitmet haar begon, zijn leed tot deelvan haar bedwong. haar lichaam zong, de maan was vol, die acht die nachtstaat eeuwig in zijn bril. zo sprak hij. nihil. het zand glijdt uit zijn hand. hij […]
autofagie
de beste wil van de wereldzit mij niet mee. ik sta mijin de weg en staar op wegvan u naar onze woestenij. er is geen vuur dat mij verbranden wil.er is geen zee die mij verzwelgen wil.er is geen land dat mij begraven wil. ik sla mijn handen stukin deze handendie de tijd verlijden. ik […]
nacht
o nacht, jij zwarte ogenherderin, jij weidster van verbijstering. sirenen zingen bij de blauwe maan jouw naam en het einde wacht met ongeduld op de herhaling van het einde: jij, een set bloederige keukenmessen, wij, de lijven ik en zij. wij horen de zon, gebrande wellust onder onze voeten, versmacht toch, o nacht dat ruisen vlug […]
dromen over roze olifanten (62) een wit blad papier (63) je vader noemt zichzelf papierversnipperaar (64) je ziet een man met een bolhoed, netjes ingeduffeld (65) je haat dat haperende fototoestel, maar toch staat het er, zwart op wit (66) er zit een vlieg op het pc-scherm van de toekomst (67) de kracht van de […]
6 afscheid is creatie van de tautoloog. scheidende ga je af van een ons naar een ik met druipende tussen de trilvingers regen uit het oog, verloren parels van het onbegrijpelijke. nagel de ramen toe met spaanderplaat. koop de magazijnen leeg, stapel de suiker, orden de bloem. vergeefs in stormen staan wij pal, malloten […]
5 ernst verstrengt de stem. er heerst onrust in de gebaren. ze boeren beurs de walmen van verval. het groen in de vingers is rot, zit vol met grijpsnot. het schone bleek onzichtbaar zonder spiegel. je lacht, de angst verschuift, je schuift gebreken af op overmacht. kracht ontbreekt, de lach breekt verre stormen los, gebouwen […]
4. de horden, als wespen steken wij elkaar door plaatsgebrek. ons vreet ons, het zelf is dood, zelfs de dood mist het. het wordt steeds erger. samen hadden we een kans. knars je tanden. bijt je lip, bloed, geef toe dat elk ik naar ons nog snokt, dat verhaal was het zeil waarmee wij de gewonde […]