23/01/2019 – dagboek data – 25 januari
eenzaamheid? ik durf nauwelijks nog het woord te gebruiken. ik wil mijzelf daarmede niet affronteren, de eenzame die ik was te midden van de massa dolenden. het roep mijn angst ook op, mijn afschuw van wat er was, van wat ik was.
god wat zijn ze toch zo ongelooflijk talrijk, de eenzamen. neen ik voel geen mededogen, zo hardvochtig ben ik wel geworden, puur uit lijfsbehoud. hoe lang verbleef ik niet als één van hen in dat paleis van leugens, schaamte, schuld en nijd. gun hen nooit een blik van mededogen want ze sleuren je de ziel uit de ogen.
ik zie mij beuken, rammen, kreunen, krijten in haar tot de kamer zee werd, kolkend bloed. ik zie haar gruwen, grijpen, klemmen, knellen tot de muren dropen van de pijn. ik sneed in haar het woord van liefde open tot de etter van de haat mij op de lippen spoot. zij wurgde, wrong mijn adem en mijn strelen tot een reutel en een klauwen om.
jazeker: ik was een van hen. in mijn ogen werd het licht eender gebroken tot een vaal schijnsel van een zwarte zon. eender was mijn harteloze grijpen naar het voedsel dat geen voeding was maar glijden, hopen slijmen die wij schrokten, vraten, altijd meer en meer.
niets kon ons van de eenzaamheid verlossen. hoe uitzinnig wij ook elke grens met doodsverachting passeerden, elk gevaar of dreiging ridiculiseerden, altijd weer werden wij na elk exploot onszelf, alleen en van alles, god en iedereen verlaten.
op onze tientallen schermen zagen wij de schimmen van onszelf die hier tot bij ons wouden geraken omdat ons vertoon hen als het echte, waardevolle leven in de ogen scheen. de onverlaten! bedrogenen die wij ooit zelf waren, toen er van het leven nog iets in ons restte. ze verzopen met duizenden onderweg naar onze dagelijks aan hogere prijzen versjacherde, tot in de grond verziekte oorden.
neen Anke, eenzaam wil ik mij niet langer noemen: die hel mag zonder mij vergaan. en sinds ik jou ken, zoeken mag, vinden ooit misschien, beminnen alleszins, voel ik mij niet eens meer zo alleen.
want zie: mijn woord gaat hier naar jou, en waar jij het leest zijn wij.