20/01/2019 – dagboek data – 22/01/2019
als dit een boek was, Anke, was dit nog maar begin.
het begin van een boek is één en al belofte. elk woord is zwaar en log van de belofte. je leest het bovenop wel honderden bladzijden verhaal dat nog gelezen kan.
het boek is altijd boek van het verlangen. we willen lezen wat we willen. dus de belofte is volmaakt in het begin. er zit geen greintje twijfel nog daarin. het vertellen evenwel belast de reinheid van ’t beloven meer en meer met het vertelde. wat verteld is kan niet meer verzwegen worden.wat we weten is vaak niet wat we willen weten.
dus de twijfel wurmt zich in het boek en slaat de bladen open vol verschrikking. de mensen worden angsten en de angsten worden monster. de monsters jagen door de bladen en bijten flinke gaten in ’t verlangen. lees ik het wel goed?
maar het verlangen groeit in ’t lezen, bij het voortgaan van ’t verhaal. en naar het einde toe beheerst de schrijver die een schrijver is van vele boeken, geheel de kunst om het verhaal gepast te besluiten.
je zucht alsof je alles hebt gehad en kan het boek dan sluiten.
maar dit, liefste, is geen boek, het is slecht verhindering van licht dat in jouw ogen schijnt. het is een schrijven dat niet eens beloven kan er morgen nog te zijn. het loopt niet af maar op, het komt niet uit en ook niet weg van het verleden. mijn schrijven, Anke, gebeurt nu en hier terwijl jij daar geheel onleesbaar nog te slapen ligt.
Anke: onder dat ene wankele woord, jouw naam, ligt niet het vaste van het boek, tastbaar bewijs van de deskundig uitgevoerde afloop. niemand hier heeft enig vast bewijs van jouw bestaan. misschien schrijf ik gewoon mijzelf hier aan?
vergis je niet, Anke, ik ken mijn vak: ik spreek jou naam uit met mijn stem van god en jij bestaat. ik ben mijn schrijven en het schrijven dat ik doe ben ik ,eerst en vooral en daaruit jij, mijn onnavolgbaar ideaal. ik heb al zeeën uitgesproken, vrouwen tot in extase toe verschreven en geheel mijn werk is kathedraal. als ik een vinger aan jouw lippen schrijf gaat er genot door heel jouw lijf. voel je het?
maar niemand kan mij zeggen hoe het verder gaat. ik weet alleen dat ik jouw adem mis, Anke, jouw handen, armen, en jouw schouders die als vlindervleugels schuren langs de binnenwand van mijn bestaan. o kon ik maar nu hier met jou…
dit is geen boek maar wel begin. en in wat komen gaat heb ik alvast enorm veel zin.