10/02/2019– dagboek data – 12/02/2019
Anke slaat heur lange benen over elkaar, de diafane zijde
schuift geluidloos over het oker van haar dijen.
jij, die geborgen gloed, het goed
dat je onze ogen doet
– Maaike
ze doet perfect wat er van haar verlangd wordt, volgt
tot de letter het protocol. ze is het protocol.
ze breekt met haar wijsvinger voorzichtig het zegel,
ruikt even aan het topje van haar vinger
om de geur van was op te slaan, ontrolt
de rol. een slok water nog, een vlugge blik
naar mij, het einde dat ik nog ben,
dit stompje van mijzelf.
en dan vangt ze vastberaden aan,
in klare stem, met de lezing van
Anke Veld
of
de 8 Geschiedenissen van de Afloop, geschreven en schrijvende,
van en tijdens
de Ondergang
* *
*
ben net gaan wandelen met mijn ‘leenhond’. of de hond met mij.
het is beter voor ons allebei, dat wandelen, dus we doen dat op poot van gelijkheid: hij is hond en ik word hond, wij zijn hond.
wat ons bindt, letterlijk, is de leiband. de leiband bepaalt onze wetten, ons wandelen, wat er kan en wat er niet kan. wat er kan en wat er niet kan is bepaald door de ervaring, door wat er werkt om de wandeling aangenaam te houden en dus lucratief, en wat er niet werkt.
andere honden ontmoeten, bijvoorbeeld, dat werkt nog niet. de leiband wurgt dan de hals van de hond en trekt loeihaard aan de poot van de rechtoppe hond. tja. later mss.
in het park lukt er meer al, daar kan je langer snuffelen, zonder bezwaar omhoog en rond kijken, genieten van het eerste lentezonnetje.
11 februari en al lentezon. ‘hier klopt iets niet’ denkt de rechtoppe hond en hij ziet ook alom stormhout, zwakke takken dicht begroeid met parasieten.
ach, snuffelt de andere hond, we zien wel wat er komt.
ja, zucht ik, je hebt gelijk, hond: wij zijn maar hond.een hoop plezier met daar een leiband rond.
gelukkig doen wij honden onder elkaar elkaar zo de duvel niet aan. de leiband heeft ons dat al maanden afgeleerd.