U schrijdt met in uw sleep een sterrenbeeld.
Uw geest is het klare achter donkere luchten.
Uw lichaam is van g*d ons meegedeeld.
Uw luister is een kluister voor mijn zuchten.
Nooit kan ik uw wezen nog ontvluchten.
Ik spartel in het ijle als een ridicule zalm,
Mijn woorden sterven uit tot lege galm
& In de stad vol haat & infamie
Lig ik omwikkeld in een vale walm,
Ben ik van uw verschijnen blasfemie.
09/12/2010 rev. 01/03/2011
(Alle LYLIA-teksten tot dusver zijn aan (een eerste) revisie toe, ook al omdat ik besloten heb om alles conform het rijmschema van de Délie van Scève te maken. De revisies verschijnen hier voortaan genummerd met een verwijzing naar het oorspronkelijke schrijfsel. De systematische revisie daalt af in de tijd: wat niet gereviseerd wordt, was allicht wel aardig ook, als ruis)