Het leed verschrompelt in de ledigheid,
In de stilte klinkt mijn zucht als donderslag.
De liefde sleept zich als een slak door de tijd.
Zij smeert zich uit in haat & schuldbeslag.
Wij hadden onze handen & een lieve lach.
Ik likte van jou lippen honing, eeuwigheid.
Ik bracht jou van een bloem de lieflijkheid.
De glinster in je ogen toen ik bij je lag,
Heb ik onttovert tot gezin, gezelligheid.
& Toen gaf je mij naakt mijn ontslag.
14/02/2011 rev. 28/02/2011
(Alle LYLIA-teksten tot dusver zijn aan (een eerste) revisie toe, ook al omdat ik besloten heb om alles conform het rijmschema van de Délie van Scève te maken. De revisies verschijnen hier voortaan genummerd met een verwijzing naar het oorspronkelijke schrijfsel. De systematische revisie daalt af in de tijd: wat niet gereviseerd wordt, was allicht wel aardig ook, als ruis).