Ik lees het zonlicht als haar lichaamstaal,
Ik word er klein van, koud & stil.
Ik ben het stof & jij de kathedraal,
Het licht valt binnen zoals jij het wil:
Ik dwarrel rond, de echo van een gil.
Het beeld is scherp, er is een rechte lijn:
Jij stoot mij af, om niet meer mij te zijn.
Ik adem in, verzamel mij tot klei.
Ik adem uit, een storm door straten.
In de crypte schrijf ik jouw naam in mij.
16/02/2011 rev 28/02/2011
(Alle LYLIA-teksten tot dusver zijn aan (een eerste) revisie toe, ook al omdat ik besloten heb om alles conform het rijmschema van de Délie van Scève te maken. De revisies verschijnen hier voortaan genummerd met een verwijzing naar het oorspronkelijke schrijfsel. De systematische revisie daalt af in de tijd: wat niet gereviseerd wordt, was allicht wel aardig ook, als ruis).