Van Veldeke verramsjt
“In den tiden dat die rosen
tounen manech scone blat”
Zoekt gij maar peren aan de beukebomen
zoekt gij maar schone vodden in de afslagbak
zoekt gij maar lijven om te strijken in uw mand
pakt gij maar eender waar uw holle darm naar snakt
Ik kotst mijzelf wel uit mijn venstergoot
ik brand wel op in ademnood
ik rij mijn wiel tot waar ’t niet draait
ik sla mijn glas wel uit uw lood
in tijden dat de grond in dichte drommen kevers openbarst
verjaagt de helletocht uw asem nog terwijl ge lacht.
[ met dank aan de redactie van Laurens Jz. Coster voor de inspiratie]