Petit Traité Laid et Glauque sur le Temps
où l’Ombre devient Proie et l’Homme les Déchets des Choses
wij, wij wachten: straks gaat Het gebeuren.
wij, wij jagen: het bloed van het hert klotst in onze kommen.
wij, wij schoffelen: het brood op de tafel, het bloed van de koe in een pens op ons bord. de Heer zij gepreze.
wij, wij bidden: de heer zij gepreze (wie doet er de afwas?)
wij, wij werken: het ding maakt ons brood op de tafel, de koe op ons bord, de weggeprezen heer, maar waar zit in hemelsnaam het bloed in dat ding?
wij, wij schrijven: een boek over brood op de tafels, koeien op borden, dode heren & bloedeloze dingen.
wij, wij worden gelezen: een bloedeloos ding leest ons boek over taart op de tafels, steak op de borden, de schimmen van dode heren & een bloedeloos ding dat weldra kan lezen.
wij, wij worden geschreven: het reine Ding maakt bloedeloze dingen die ons het boek voorschrijven van kauwtijd aan tafel, de geuren van vervluchtigende herenschimmen & het Ding dat er was toen Het gebeurde.
wij, wij wachten: straks gaat Het gebeuren (wie doet er de afwas?)