mijn lichaam is een doos van bordkarton
ik draai ze om, er vallen 125.000 fel
gekleurde slierten uit, mijn oude huid,
het vel waarop je handen zich aan mij
vergrepen, er bloed uit dwong in lange
nagelhalen. ik heb het allemaal bewaard,
het is tot goud & rood & geel ontwaard.
ik stort mij uit & stroop de letters van de doos:
dit bloedeloze niets vergiet zich van verdriet
& op het rotte van uw bodem laait & walmt
mijn levenslied om niet, je ziet het niet, je
likt de leugens van je minnaars & je geld.