ANNETTE
Annette, mooi & lief, dochter
van haar nette stad, liep stiekem
op het strand die nacht & stouter
nog, ze liep in zee & zag
dat aan haar tere voetjes zomaar
voor het grijpen lag: de maan!
ze bukte zich & schepte in haar hand
haar stukje van die zee van mij. ze hield
het hoog & bracht het dichter, dichter
naar haar rechtse oog. ze hield haar
adem in & niets aan haar bewoog.
zo keep ze dieper, dieper
in mijn zee. ojee, ojee:
toen kwam het water in haar oog
& nam de maan haar wenend mee.
dv, kessel-lo, 1992/2009