Het licht duikt in de tunnel.
De mot zit in de schepping, haar vleugels
raken teer de wanden en de wanden vallen om.
Izeganz staat waar hij altijd staat
en laat zich door een wilg het zachte
gelaat aftasten. Wind voert feilloos
de takken, bladeren raken ter streling
de wangen, de neus
en de brandende ogen.
De droom is in beweging, dood
is alles wat wij wakker zien.
“Makkers, scherpt uw hoornen veren! Vat moed!”
Tot de eenden spreekt Izeganz, zij bedrijven nog
de liefde van water voor het aardoppervlak.
Onbetastbaar, verloren,
in het vale licht van de tunnel
daagt als geen ander het lijf
van het Wicht met de Wieken
dat in de ogen der ontelbare reizigers
te trillen staat:
- haar fijne figuurtje vervluchtigt niet
- het gevleugelde gat van de wanhoop spettert het rood in het rond
- het onweer stapelt de grijze gezichten
- de grijze gezichten vullen volledig het Ene
- het Ene vervelt
- de tunnel vult zich geheel met het Vel
zijn.exit();
Het licht verlaat de tunnel.
invoer (2018) – voor ‘Het Pad van de Wenende Nacht’
- over ‘Het Pad Van de Wenende Nacht’
- over het Gedicht van de Dag-programma
~
copyright ‘ViLT //dagwerk van dirk vekemans’:
CC0 1.0 Universal (CC0 1.0) Public Domain Dedication
contact: dirkvekemans@yahoo.com
VOLG dirkvekemans.be
Vul je mailadres hieronder in en je krijgt elke dag het werk zo in je mailbox, gratis. jouw mailadres wordt verder niet gedeeld, gebruikt of anderszins bekend gemaakt. Met opzeglink in elke mail.