De Zeldzame Dame keert zich de rug naar de laagte
de weerzin schimmel-schommelt langoureus naar weer
het is een winkel-wankelachtig zicht op tover van weleer
het drempelmerg slaat blauw uit in het ochtendgloren
je stem wordt overspoelt, dat dorp is zwelgende verloren.
tin tin klinklankt je tong een mengsel van koper & zink
een grijze kompel snuift het grijs & spuwt het weer de
koepellichten in van baselieken. nu. waar wij verkeerden
draait het glimmen tastbaar weg uit ogen. niet weerklinkt
enige zang van vogels, niet stijgt hoog de lust in de lust
je hebt nochthans met mij het klonghoofd in de enterprise gekust.
tu ronflais près de mes botte armen die je genereus beaamde
tu etait mon meilleur set de publiciteitsbeenderen, geraamte
van dichter op dichter op leegte behangen met spreekvel.
you spoke my words all the time & then you broke yours.
dv, kessel-lo, 4-5/06/09