elke geboorte is een maatstaf van het onbestaande
wat verbogen is verbuigt het zijnde naar de ondergang.
wie buigt vernietigt elke heerser tot een streep. paars
bloed doorwolkt het witte laken. schittering ontstaat
aan de randen van de voortschrijdende randen. lip
is de zon & de maan is je tong. in sintels van verbanden
wikkel ik je in & uit je ingesnoerde lijf komt geen spatje
vloeistof meer. je bent nu lichter dan de leegte in de
leeggezogen ruimte rondom een flinterdun kokon
ik genster & een vlam slaat in. je dwarrelt schilferig
neer & zwart. je bent nu dunner dan je dunste haar
& de wind wakkert het niets in je aan. ik brand je op.
je hebt in ons, in hen, in mij nooit echt als jij bestaan.
dan treedt er in beweging dodelijke beweging deinend
op. ik maak je op, ik maak je af, ik lik je slijmvlies af.