jt129 – un optimisme intégral – SCHEPIJS
vanochtend las ik een opiniestuk in het NRC over wat met ‘afrekencultuur’ is gaan noemen, naar de Engelse vrees voor de ‘cancel culture’. ik ergerde mij daarbij nogal aan de wereldvreemdheid van de auteur, een historicus van wie je toch zou verwachten dat hij de actualiteit kan duiden vanuit het perspectief van zijn opleiding, die van alle richtingen in de menswetenschappen toch als minst wereldvreemde bekend staat.
in het volle besef van de futiliteit ervan schreef ik dan toch maar die ergernis van mij af in de hiernavolgende verbale gedachtenlozing, waarvoor mijn oprechte excuses.
over de afrekencultuur
het recht op vrije meningsuiting was en is een afgedwongen recht dat elk burger eender wat en waar mocht en mag beweren in weerwil van de overheid en hoe die het graag wil of zou willen horen.
zo is dat. dat mochten en dat mogen we. alleen is het nu zo dat je je mening net zo goed in je bed voor je zelf kan uit mompelen als je niet ergens toegang hebt tot een ‘platform’, een ‘spreekbuis’, een ‘medium’.
nu hoe je het amalgaam van plaatsen waar je mening kan gehoord worden ook noemen wil, heden ten dage is zo’n ‘locus’ weinig anders nog dan een betaald zitje.
het betaalde zitje is goedkoop zolang je mening onbelangrijk, neutraal en rendabel is: zolang het zichzelf ‘verkoopt’. eender welke opinie over de nieuwe haarkleur van Beyoncé is vaneigens zelfbedruipend en zal uitgebreid aan bod komen…
het betaalde zitje wordt duurder naarmate ze meer afwijkend, belangrijker, en/of onrendabel is.
dat maakt dat elke mening sowieso gekwantificeerd wordt: ze wordt op dat raster gelegd en haar prijs wordt bepaald. dat gebeurt niet door iemand, ook niet door een of ander duister consortium, maar door de zgn. ‘vrije’ markt die uiteraard wel bespeeld wordt door diverse schimmige tot gitzwarte ‘belangengroepen’.
wat men dan de ‘open debatcultuur’ pleegt te noemen stelt niet veel anders meer voor dan wat geschud met het raster ten einde te bepalen in welk vakje de drukdoenerij in kwestie thuishoort zodat het naar behoren geprijsd naar de ‘vrije’ markt kan vloeien.
die onvermijdelijke kwantificatie van elke opinie in het moordende spel van vraag en aanbod wordt verder gekenmerkt door obstinate (koppige) afwezigheid van de overheid in de organisatie ervan.
de overheid wijst elke verantwoordelijkheid van de hand, want zij mag immers niet ingrijpen bij deze ‘vrijheid’ van meningsuiting.
wat volgt is dan, onder de verdeelde zitjes, het huidige zwarte pieten spel waarbij de verantwoordelijkheid wordt doorgeschoven of naar de media die stuk voor stuk op ‘vrije markt’ principes van vraag en aanbod zijn georganiseerd, of naar culturele opiniebepalers zoals universiteiten die eveneens als bedrijf worden gerund, of naar bepaalde satanisch kwaadwillige politici. in feite dus naar de dichtsbijzijnde Speerse spektakelfaçade voor het mombakkes, de eigenface van de kwantificatiecultuur zelf, die wij allen in ons midden toelaten en zelfs toejuichen.
want uiteindelijk is het natuurlijk allemaal onze eigen ‘schuld’: wij staan toe dat bedrijven als Facebook, Google en Twitter bepalen wat er wel en niet mag gezegd worden
wij staan toe dat er nagenoeg geen enkele vrijplaats, geen enkel onbepaald kanaal van informatie meer bestaat
wij dringen er bij onze overheid die wij verkiezen niet op aan dat er voor ons als burger zulk een digitaal platform dat vrij is van commerciële belangen wordt gecreëerd (de kostprijs daarvan is bij een degelijke uitbouw waarbij je de burger gaandeweg laat zien dat wanneer hij er direct zijn geld aan geeft ipv indirect via belastingen, wanneer je laat zien waarvoor zij betaalt, belachelijk klein)
wij beweren al sinds 1990 dat we ‘van computers niks begrijpen’ en het zijn wij, u en ik, die wat dit en vele andere dingen betreft al onze burgerrechten cadeau gedaan hebben aan voornoemde spelers, de uitbaters van het meningenpretpark waarbinnen ik hier, op Facebook en elders mag beweren wat ik wil, want tegen de financiële overmacht die deze macht over mij en jullie wil behouden als een rechtmatig verworven eigendom, kan ondertussen niemand meer op.
ofwel, misschien? ik zie het graag gebeuren…
dus kunnen we het woord ‘afrekencultuur’ misschien beter her-begrijpen, ‘hermunten’ – zo zeggen jullie dat toch niet? – als die cultuur waarin je als individu voortdurend afgerekend wordt op de marktwaarde die je hebt, dwz. hoeveel er van jou nog geëxploiteerd kan worden, wat de data die jij genereert door hier binnen de globale database van het internet voortdurend rond te klikken en jouw mening te fulmineren nog opbrengt aan de kassa.
een kassa die voor ieder van ons netjes afgesloten en buiten zicht en buiten bereik blijft, en zeker dan voor de naarstig speurende overheden, maar ach, da’s maar een zielig hoopje kleine adverteerders, een slecht georganiseerde bende prutsers waarvan de meest efficiënte elementen overigens ter controle een ruime toelage krijgen, rechtstreeks uit de kassa, hier, niet bij jou.
en deze afrekencultuur floreert geheel dankzij jouw al te bereidwillige medewerking, waarvoor niemand jou ooit bedanken zal, laat staan betalen.
rev. dv@CFS
over het journal intime
-programma
pseudo-code van het programma:
gegeven:geste:
het pad van de primaire, spontane bewegingschrijfleeslus
: herhaling van de geste
die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de gestecorridor
: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlakjij, je
: een participant aan het journal intime
programma
het journal intime
is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie
);
je wordt wakker
en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
je vocaliseert daarbij het woord of de frase
als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
neem je jouw vocalisatie voor minstens vier iteraties op
teken je de geste
je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus
uitvoer van het programma:
– een potloodtekening met een titel in een vreemde taal
– een geluidsopname van vier herhalingen van 1 uitgesproken woord of frase in het Nederlands (met NL tongval)
– (optioneel) een commentaar in proza
de journal intime
routine
is een vrij exemplarisch, grafologisch NKdeE-onderzoeksprogramma.
de uitvoer ervan wordt hier gepubliceerd in het Publieke Domein
rev. dv@CGM